'Voeding nog steeds te zout'

Ondanks vele beloftes van de levensmiddelenindustrie zit er nog steeds te veel zout in onze voeding. Beleg, kant-en-klaarproducten, snacks en soep zijn nog net zo zout als 2,5 jaar geleden. In een aantal gevallen is het zoutgehalte zelfs gestegen, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.

De enige gunstige uitzondering is brood, dat nu minder zout bevat. Een grote vooruitgang, stelt de Consumentenbond, die dezelfde producten onderzocht als bij een eerdere test in 2007. Maar verder is er ondanks alle beloftes niets verbeterd, zei een woordvoerder. "Nederlanders eten per dag ongemerkt gemiddeld 9 gram zout, veel meer dan de aanbevolen hoeveelheid van 1 gram en ook ruim boven het overheidsadvies van maximaal 6 gram." Mensen krijgen dagelijks dus nog steeds te veel zout binnen, concludeert de bond.

De Consumentenbond wijst erop dat te veel zout een hogere bloeddruk veroorzaakt, wat op termijn kan leiden tot ernstige ziektes. Fabrikanten en supermarkten moeten daarom nu eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen, aldus de woordvoerder. De bond doet een oproep aan minister Ab Klink (Volksgezondheid) om met de levensmiddelenbedrijven concrete en bindende afspraken te maken over stapsgewijze verlaging van het zoutgehalte.

Verder pleit de bond voor duidelijkere informatie voor de consument. Nu staat 'zout' nauwelijks nog op de etiketten van producten.

Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) kent het onderzoek van de consumentenbond niet, maar de conclusies bevreemden het bureau wel. Een woordvoerster wijst erop dat er inmiddels 3500 producten zijn met het Klavertje-logo of Ik kies bewust-logo. Dat zijn producten met minder vet, suiker of zout. Dat heeft volgens haar geleid tot 100.000 ton minder zout.

De Nederlandse levensmiddelenindustrie presenteerde een jaar geleden een actieplan zout om de hoeveelheid zout in levensmiddelen in twee jaar tijd met 12 procent terug te dringen. Met die reductie komen consumenten nog niet onder het niveau van maximaal 6 gram per dag. Maar de industrie noemde het destijds een ''eerste stap''.