Vergeten sporters: Paul Dogger

De sportwereld kent veel vergeten sporters. Sporters waarvan je niets meer hoort terwijl ze in het verleden goede prestaties hebben neergezet. Het kunnen ook sporters zijn die een korte periode wisten te pieken. Vorige keer ging het over de voetballer Fernando Redondo. Ditmaal hebben we het over tennisser Paul Dogger.

In de jaren '80 kende het Nederlandse tennis een grote dip. De gloriedagen van de jaren '70 met Tom Okker en Betty Stöve waren voorbij en toppers waren er daarna niet. Nederland moest het doen met subtoppers als Michiel Schapers en Mark Koevermans. Er stond echter een lichting grote talenten klaar die in de jaren '90 de gouden generatie gingen vormen. Jan Siemerink, Paul Haarhuis en Jacco Eltingh kent bijna iedereen. Maar twee talenten sprongen destijds boven de rest uit: Richard Krajicek en Paul Dogger. De carrière van Krajicek is bekend, maar Dogger heeft de top nooit bereikt.

Paul Dogger werd op 4 juli 1971 geboren als zoon van voormalig tennisser Fred Dogger, die in zijn tijd de nummer drie van Nederland was en een aantal nationale toernooien won. Al snel werd duidelijk dat Paul Dogger een groot talent was. In de regio Amsterdam won hij alle toernooien. In 1978 speelden Dogger en Krajicek voor het eerst tegen elkaar. De twee zouden vrienden worden. Dogger was één van de weinige die erin slaagde het pantser van de toen erg gesloten Krajicek te doorbreken. Hun eerste ontmoeting eindigde in een 6-4 en 6-2 zege voor Krajicek. Op de vraag wie van de twee het grootste talent was, luidde het antwoord steeds vaker Dogger. In 1986 verloor Krajicek meer dan dat hij won, de carrière van Dogger daarentegen schoot omhoog. In 1987 won hij de prestigieuze Orange Bowl, het officieuze wereldkampioenschap voor junioren. Ook bereikte hij de halve finale van Roland Garros voor junioren.

In 1988 werd de toen zestienjarige Dogger door bondscoach Stanley Franker uitgenodigd voor het Davis Cup team. Hij verloor in de Sovjet-Unie weliswaar van topspelers Andrei Chesnokov en Andrei Cherkasov, maar liet zien het niveau aan te kunnen. Dat jaar won hij twee satellite-toernooien en een Challenger in het Portugese Oporto. Daar versloeg hij in de finale Nederlands beste tennisser van dat moment, Michiel Schapers. Nederland kende destijds ook een populair demonstratietoernooi, de Gies Pluim in Ede. Omdat Miloslav Mecir op het laatste moment afzegde, mocht Dogger als zijn vervanger meedoen. Op dat toernooi zou Dogger, naar later bleek, het hoogtepunt van zijn carrière beleven.

Hij won in de eerste ronde na twee matchpoints tegen van Thierry Tulasne, en in de tweede ronde van wederom Schapers. Hierna fluisterde zijn vader Fred, die inmiddels met MS in een rolstoel zat, in zijn oor: "Nu is er geen weg meer terug, jongen. Je kunt niet langer ontkennen dat je écht goed kunt tennissen." In de volgende ronde speelde Dogger tegen niemand minder dan Ivan Lendl, op dat moment de nummer één van de wereld. Lendl won, maar moest zijn beste tennis spelen om het grote Nederlandse talent te verslaan. De naam van het grote Nederlandse talent was gevestigd, hij kreeg een contract bij ProServ en Adidas maakte een eigen kledinglijn voor hem.

Daarna ging het echter mis. In 1989 werd hij nog wel teruggevraagd voor het toernooi in Ede, waar hij een goede partij speelde tegen John McEnroe, maar hij kon zich niet opladen voor de Satellites en Challengers. Om de top te bereiken moest Dogger veel trainen, en juist dat was een probleem voor Dogger, die vooral een levensgenieter was. Meisjes, drank en drugs waren dingen waar hij zich liever mee bezig hield. Dogger vergat zijn bovendien zijn lichaam te verzorgen. Hij liep onder meer een longontsteking en twee keer een liesbreuk op. Toen hij na twee jaar vol blessures terugkeerde bleek hij kansloos tegen het powertennis van zijn tegenstanders. De lol ging er snel af en in 1993 besloot Dogger te stoppen met tennis.

De problemen bleven echter. De gezondheid van zijn vader ging steeds verder achteruit en Dogger raakte verslaafd aan de alcohol en cocaïne. Hulp van onder meer Richard Krajicek, Jennifer Capriati en Brenda Schultz mocht niet baten. In 1996 koos zijn vader Fred voor euthanasie, en vier maanden later won Krajicek Wimbledon. Dogger zag het op een tv in een Amsterdamse coffeeshop. Hij nam een beslissing die zijn leven zou veranderen. Dogger besloot te emigreren naar de Verenigde Staten en daar naar een afkickkliniek te gaan. In Amerika ontmoette hij de acht jaar oudere Gina, een alleenstaande moeder. Samen kregen ze nog een kind, Nakai. Inmiddels is Dogger weer clean woont het gehele gezin weer in Nederland. Vandaag de dag geeft Dogger tennisles bij een tennisvereniging in Amsterdam.

Submitter:  Bron: FOK!sport