[Special] 'De oude dame' van het wielrennen II

Eind februari is met de Belgische semi-klassieker de Omloop het Nieuwsblad het klassieke voorjaar van deze wielerjaargang in gang geschoten. Voor FOK!sport de hoogste tijd om de meest in het oog springende koersen van deze lente onder de loep te nemen. Elk zichzelf respecterend schouwspel heeft een ouverture, intermezzo en sluitstuk. Zo ook het klassieke wielervoorjaar. Vandaag mag Luik – Bastenaken – Luik het voorseizoen afsluiten.

Deel II

Na de Côte de Stockeu volgen de steile klimmetjes - de Côte de la Haute-Levée, de Côte du Rosier en de Côte de la Vecquée - elkaar in rap tempo op, waarna de finale op 35 kilometer van de meet echt kan beginnen. Dan doemt namelijk de beruchte Côte de la Redoute (8,4 procent op 2,1 kilometer) op. Deze heuvel zou voor een flinke selectie kunnen zorgen. Dat heeft het verleden namelijk dikwijls uitgewezen.

Zo won de 22-jarige Steven Rooks in 1983 Luik-Bastenaken-Luik op deze heuvel. Hij demarreerde er, met nog 16 kilometer te gaan, uit een vluchtgroepje van vier en kwam alleen aan op de Boulevard de la Sauviniere in Luik. Met een soepele pedaaltred weerstond Rooks de aanstormende, viervoudige Tourwinnaar, Hinault en de Italiaanse wereldkampioen, Saronni, die hun felle jacht onbeloond zagen.


Steven Rooks, winnaar in 1983

Als één van de belangrijkste scherprechters is het niet raar dat er normaliter altijd veel volk op de Redoute staat. Toch sloeg de editie van 1985 in dat opzicht alles. Destijds ontstond er namelijk op de drukbezochte kuitenbijter een wirwar aan stilgevallen volgauto’s, opdringerig volk en renners die al vloekend en tierend te voet de top probeerden te bereiken. De oorzaak was het dramatische optreden van koersdirecteur Emile Mason. Onder zijn leiding liep het aantal wilde volgers (dus degene zonder accreditatie) in de tientallen en trokken vele mottorijders hun eigen plan. Met eerdergenoemde chaos tot gevolg. Het was zelfs zo erg dat geloste renners in de finale weer in de kop van de wedstrijd verschenen.


De Redoute

De zege in die memorabele klassieker ging overigens naar de Italiaan Argentin. Hij wist, ondanks alle commotie, op de Redoute samen met de Waalse favoriet Claude Criquielion weg te springen. Uit de achtergrond wist enkel nog de Ier Stephen Roche mee te sluipen, waarna het drietal in Luik om de overwinning mocht sprinten. De sluwe Argentin was zijn twee compagnons toen duidelijk te snel af. Dat kunstje zou de Italiaan nog driemaal flikken, om precies te zijn in 1986, 1987 en 1991.

Vooral de zege in 1987 was opmerkelijk. Argentin had toen namelijk op tien kilometer van de meet nog een minuut achterstand op het duo Criquielion-Roche, maar doordat beide heren vertraagden de sprint voor te bereiden, kwam de Italiaan er op 300 meter op en erover.

Een Italiaanse overwinning levert, naast een Waalse zegetocht, altijd extra veel lachende gezichten op aan de meet. Dat komt voornamelijk door de vele Italiaanse immigranten die zich in de loop der jaren in en rondom Luik hebben genesteld. Met dank aan een protocol dat België en Italië op 23 juni 1946 afsloten. In de Waalse steenkolenmijnen zat men dringend om arbeiders verlegen. Aangezien het Zuid-Europese land na de Tweede Wereldoorlog kampte met grote werkloosheid en een gebrek aan energiebronnen werd een ruil voorgesteld: voor 50 duizend arbeiders per jaar zou Italië twee tot drie miljoen ton steenkool ontvangen. Daarvan maakte de regering overigens pas gebruik als het zich nergens anders kon bevoorraden. Liever kreeg ze geld uit België.

'
Danilo Di Luca, winnaar in 2007

Uiteindelijk verhuisden tussen 1946 en 1949 jaarlijks zo’n 77 duizend mijnwerkers naar Wallonië. De meesten daarvan zijn blijven hangen. Terugkeren ging veelal niet meer, aangezien in diens thuisland vaak geen werk meer te vinden was. "In Italië waren we die Belgen geworden en in België bleven we die Italianen", aldus de zoon van een oud-mijnwerker in De Volkskrant. "Maar dat laatste was minder erg dan het eerste. Ze bekeken ons in Italië alsof we geld en werk hadden. We brachten ook altijd geschenken mee als we onze familie bezochten, dat wekte alleen maar frustratie en jaloezie bij de achterblijvers."

Het waren dan ook lastige jaren voor de Italiaanse migranten. Het cyclisme bracht ze echter troost. Vooral de in Italië geboren oud-coureur Pino Cerami, die in gastarbeiderskringen zelfs de populariteit van Eddy Merckx oversteeg. "Pino Cerami was het idool van de mijnwerkers en de trots van de Italiaanse migranten. Hij bewees dat een Italiaan ook iets moois kon presteren, dat hij een voorbeeld kon zijn voor de Belgen."


Sebastiaan Langeveld (rechts) en Pino Cerami, na afloop van diens GP

Cerami zag in het Italiaanse Misterebianco, nabij Catania, het levenslicht. Zijn ouders hadden niets te maken met het steenkolenverdrag, maar vertrokken al in 1927 naar Montignies-sur-Sambre. Zijn vader ging er aan de slag in de ijzerfabriek. Zelf verdiende Pino Cerami zijn geld in de glasfabriek. Tijdens de oorlog werd hij tewerkgesteld in Duitsland. Bij terugkomst was hij, door het overlijden van zijn vader, de enige kostwinner van het huis geworden. Cerami bleef ondanks de armoede wel fietsen, een hobby die hij als 15-jarige jongen met succes had opgepakt.

In 1948 werd hij prof, hoewel hij van zijn sport niet kon leven. Dankzij een kleine supportersclub bleef hij op de been. Die bestond wonderlijk genoeg vooral uit Belgische en Italiaanse mijnwerkers. Ze hadden zelf niets en betaalden hun held elke maand 20 francs. Cerami kon er zijn eten en drinken mee betalen. Omdat de Belgische licentie met 1500 francs te duur was, fietste Cerami met een Italiaanse: die kostte 250 francs plus 40 francs verzekering. Dat hij zich pas in 1956 tot Belg liet naturaliseren had dezelfde reden.

Tijdens zijn carrière won Cerami, veelal op latere leeftijd, onder meer Parijs - Roubaix, de Waalse Pijl, Parijs - Brussel en de Brabantse Pijl. Op zijn 41ste voegde de laatbloeier tevens een Touretappe aan zijn totaal toe. Tegenwoordig heeft de coureur zijn eigen wedstrijd: de Grand Prix Pino Cerami. Bovendien is er elk jaar in zijn geboorteplaats een amateurkoers die zijn naam draagt. Volgens Cerami zijn dergelijke wedstrijden een eerbetoon aan alle mijnwerkers en staalarbeiders. "En niet alleen de Italiaanse."

Met dit alles in ogenschouw is Luik – Bastenaken – Luik dan ook veel meer dan enkel een monumentale wielerwedstrijd. Het zou dan ook mooi zijn als de 'dwangarbeiders van de weg' weer een memorabel hoofdstuk aan het inmiddels dikke geschiedboek van de ronde kunnen toevoegen.

Klik hier voor Deel I

Submitter:  Bron: FOK!sport