Comeback Turkije niet uniek

Weinig mensen gaven na 75 minuten nog een cent voor de kansen van Turkije op de kwartfinale. De treffers van Arda Turan en Nihat Kahveci (2x) zorgden uiteindelijk voor één van de meest sensationele comebacks in de geschiedenis van het EK. Turkije is echter niet het enige land dat iets dergelijks ooit voor elkaar heeft gekregen tijdens een EK.

In 1960 zorgde Joegoslavië voor eenzelfde huzarenstukje door in de halve finale van het EK met 5-4 te winnen van Frankrijk na met 4-2 te hebben achtergestaan. Tomislav Knez en Dražan Jerković (2x) zorgden in het laatste kwartier van de wedstrijd voor een geweldige comeback.

Uiteraard wist ook Duitsland iets dergelijks in het EK-verleden te bewerkstelligen. In 1976 keken de Duitsers na een half uur tegen een 2-0 achterstand aan in de halve finale tegen Joegoslavië. Heinz Flohe en Dieter Müller zorgden er in de reguliere speeltijd voor dat die Mannschaft langszij kwam, waarna Müller Duitsland in de verlenging met twee treffers naar de finale schoot.

In 1984 was het Denemarken dat in de wedstrijd tegen België een 0-2 achterstand omboog in een 3-2 overwinning. De Deense doelpuntenmakers waren Frank Arnesen, Kenneth Brylle Larsen en Preben Elkjær Larsen.

Acht jaar geleden tijdens Euro 2000 kreeg Portugal het tegen Engeland voor elkaar om een achterstand van twee goals om te zetten in een overwinning. Een wonderschone treffer van Luis Figo, alsmede treffers van Joao Pinto en Nuno Gomes zorgden voor een Portugese sensatie.

Het meest recente voorbeeld van een dergelijke comeback zal de Nederlandse voetballiefhebbers waarschijnlijk nog helder voor de geest staan. Op 19 juni 2004 stond het Nederlands elftal na twintig minuten met 2-0 voor in de wedstrijd tegen Tsjechië dankzij goals van Wilfred Bouma en Ruud van Nistelrooij. Uiteindelijk zou het duel op een geweldige anti-climax uitdraaien voor Oranje. Vladimír Šmicer zorgde er in de 88e minuut voor dat de Tsjechen er toch nog met de drie punten vandoor gingen.