Historisch: Juan Manuel Fangio

Dit jaar is het 50 jaar geleden dat Juan Manuel Fangio afscheid nam van de Formule 1-racerij tijdens de Grand Prix van Frankrijk in Reims in 1958, tien jaar na zijn debuut in de Formule 1 op dit circuit.

Juan Manuel Fangio werd geboren op 24 juli 1911 in Balcarce in Argentinië. Voordat Fangio naar Europa kwam, was hij succesvol in diverse Zuid Amerikaanse stockcar races, waaronder de Gran Premio del Norte, een lange afstandsrace van 10.000 kilometer van Buenos Aires naar Lima in Peru en terug, die hij won in een Chevrolet in 1940.

Hoewel de Formule 1 pas in 1950 een officiële status kreeg door de introductie van het wereldkampioenschap, werd er in de jaren daarvoor ook al Formule 1 gereden. Fangio begon hiermee in 1948 en reed in 1949 met een door de Argentijnse regering betaalde Maserati. Na in dat jaar zes van de tien races gewonnen te hebben, werd hij door het fabrieksteam van Alfa Romeo gevraagd om in 1950 voor hen in het officiële wereldkampioenschap te rijden.

Na in de eerste Grand Prix door een zeldzame rijdersfout te zijn uitgevallen pakte hij zijn eerste 'echte' Formule 1-overwinning tijdens Grand Prix van Monaco. Zijn oplettendheid tijdens de race voorkwam een zwaar ongeluk, want al in de tweede ronde zag hij, doordat het publiek niet naar hem, de leider in de race, keek maar de andere kant op, dat er wat gebeurd moest zijn na een blinde bocht. Hij ging langzamer rijden en kon zich zo tussen de wrakstukken van een crash door worstelen. Hij won dat jaar drie van de zes races, evenals Guiseppe Farina, die uiteindelijk door een extra vierde plaats de titel veroverde.

Het jaar erop won hij wel de titel, wederom met drie overwinningen. Hij vocht dat jaar een felle strijd uit met Alberto Ascari in de Ferrari.

Alfa Romeo trok zich in 1952 terug uit de Formule 1 en Fangio stapte over naar Maserati. Omdat de wagen nog niet klaar was, miste hij de eerste races van het kampioenschap. Wel deed hij mee aan enkele non-championshipraces. Om zijn belofte een race in Monza te rijden na te komen reed hij na een gemiste vlucht van Parijs naar Monza en arriveerde een half uur voor de start. Moe als hij is, start hij toch, maar verliest tijdens de race de macht over het stuur en wordt uit de auto gesmeten. Met onder andere een gebroken nek belandt hij in het ziekenhuis en moet de rest van het seizoen aan zich voorbij laten gaan.

In 1953 was hij weer terug in de Formule 1, maar zijn Maserati was niet opgewassen tegen de Ferrari’s en hij won slechts de laatste race van het seizoen.

In 1954 koos Fangio voor het nieuwe Mercedes-team. Omdat de wagens nog niet klaar waren aan het begin van het seizoen, reed Fangio aan het begin van het seizoen nog met de Maserati, waarmee hij twee races won. Vanaf de Grand Prix van Frankrijk, de vierde race van het seizoen, reed hij met de Mercedes, waarmee hij nog vier van de zes races en de eerste van zijn vier wereldtitels op rij won.

Ook in 1955 was Fangio oppermachtig in de Mercedes. Hij won vier van de zes races en wederom de wereldtitel. Door het grote ongeluk in Le Mans, waarbij 82 mensen de dood vonden, trok Mercedes zich terug uit de racerij. Hierdoor moest Fangio wederom op zoek naar een ander team.

Het werd Ferrari. En weer werd hij wereldkampioen. Hier had hij echter de hulp nodig van een teamgenoot. Peter Collins, die zelf ook nog wereldkampioen kon worden, stond in de laatste race, nadat Fangio was uitgevallen, zijn auto aan hem af, waardoor Fangio uiteindelijk tweede in de race werd en genoeg punten behaalde om Stirling Moss, die de race won van de titel af te houden.

Het boterde niet echt tussen Enzo Ferrari en Juan Manuel Fangio, dus in 1957 ging Fangio terug naar Maserati. Om daarmee zijn laatste wereldtitel te halen. Tekenend was de race op de oude Nürburgring, waar hij zijn waarschijnlijk mooiste overwinning haalde.

Door met half gevulde tanks te starten is de Maserati lichter dan Ferrari’s en neemt al snel de leiding. Halverwege de race stopt Fangio met 28 seconden voorsprong voor nieuwe banden en om te tanken. Doordat het wisselen van een van de banden langer duurt, verlaat hij de pits met een achterstand van 48 seconden. De Argentijn zet de achtervolging in en breekt ronde na ronde het ronderecord. Hij neemt bochten in een hogere versnelling en neemt ze in een zo recht mogelijke lijn. Met nog twee ronden te gaan achterhaalt hij de Ferrari’s van Mike Hawthorn en Peter Collins die aan de leiding gaan. Eerst haalt hij Collins in en een ronde later Hawthorn en weet met een voorsprong van 3,6 seconden te winnen. Fangio zei zelf over de race: "Ik denk dat ik vandaag bezeten was. Ik heb achter het stuur dingen gedaan die ik nooit eerder heb gedaan. Zo wil ik nooit meer rijden." Het zou zijn laatste overwinning blijken.

Na in 1957 op 46-jarige leeftijd voor de vijfde maal wereldkampioen te zijn geworden vond hij het welletjes geworden. Racen was voor hem een verplichting geworden.

In 1958 deed hij uiteindelijk nog maar aan twee races mee in een privé-Maserati. De eerste was in zijn geboorteland Argentinië waar hij vierde werd. De laatste tijdens de Grand Prix van Frankrijk, waar hij eveneens vierde werd. Uit respect voor de oude meester bleef Hawthorn, die deze race won, in de laatste ronde achter Fangio rijden om hem niet op een ronde te zetten. Toen hij uitstapte had hij, mede door de dood van Luigi Musso tijdens de race, de beslissing genomen.

Na vijf wereldtitels, 24 overwinningen, 29 pole positions en 277 punten was het voorbij.