13 juli 1967: De dood van Tom Simpson

Na de bekentenissen van Bjarne Riis en Eric Zabel worden in diverse media de vraag gesteld of de wielersport dit zoveelste voorval zal overleven? Reken maar dat de wielersport ook dit schandaal weer te boven zal komen. Dat was zo in 1998, in 1988 en in 1967. In 1967 was de eerste dopingdode in de professionele wielersport te betreuren. De wereld was geschokt. Maar het gebruik van verboden middelen ging door.

Het is op 13 juli 1967 in de Tour de France ondraaglijk warm die dag. 40°C in de zon. Voor de start van de dertiende etappe Marseille-Carpentras staat Tourdokter Pierre Dumas op het perron van het Noailles-hotel. Hij kijkt omhoog naar de zinderende blauwe lucht en sombert: "Als er vandaag renners aan het spul zitten, vallen er doden."

Bij het buitenrijden van Bédoin begint een voltallig peloton, dat wordt geleid door Raymond Poulidor en Julio Jimenez, aan de beklimming van de Mont Ventoux. Het peloton heeft zich koest gehouden. We zitten midden in de Tour. De wedstrijd is slopend en het is al dagen enorm heet.

De beklimming van de Mont-Ventoux is het breekpunt van de etappe. De Spanjaard Jimenez voelt zich goed vandaag. Hij kan niet wachten tot de beklimming van de kale steenpuist begint. En het beklimmen van de Ventoux is dan ook nog maar net begonnen of Jimenez valt aan. Even voorbij de bocht van St.-Estève demarreert hij. Alleen Poulidor kan de aanval beantwoorden en de twee nemen een kleine voorsprong.

Na enkele kilometers krijgen zij het gezelschap van gele truidrager Roger Pingeon, Felice Gimondi, Lucien Aimar, Nederlander Jan Janssen, Tom Simpson, Franco Balmamion, Desiré Letort en Remo Castello. Jimenez die als enige geen last van de hitte en de benauwde atmosfeer lijkt te hebben, demarreert daarop opnieuw. Weer kan alleen Poulidor het wiel houden. Door de versnelling van Jimenez breekt de achtervolgende groep wel in twee stukken.

Tom Simpson lost snel uit het eerste groepje. De Engelsman heeft het moeilijk. Hij kan toch al niet goed tegen hitte. Maar 40 graden is wel heel overdreven. En dan is ademhalen op de Ventoux ook nog nauwelijks mogelijk. Zijn ogen staan hol en hij zweet nog harder dan de anderen. Zijn blik staat op oneindig.

Simpson is begonnen aan de laatste twee kilometer van de beklimming. De kopgroep is hij allang uit het zicht verloren. Het enige wat Simpson ziet is het zwarte plakkende asfalt. Intussen word hij door talrijke renners voorbijgestoken. Renners die hij normaal gesproken in bergetappes niet tegenkomt.

Op de fiets zitten, wordt staan. Staan wordt weer zitten. De kadans is eruit. De Engelsman zigzagt, nee, zwalkt over de weg. Op 1,3 km voor de top van de berg valt hij van zijn fiets. Met een doffe dreun raakt hij het hete asfalt. Simpson haalt er zijn knieën en ellebogen mee open. Het deert hem niet. Hij wil van geen opgeven weten. Zijn ploegleider zet hem snel weer op zijn fiets.

Maar Simpson is op. Hij komt nauwelijks nog vooruit en valt opnieuw. Nu ligt hij in de berm tussen de witte kiezels van de Ventoux. Roerloos ligt hij op die keien. Hij beweegt zich niet. Zijn knieën zijn licht gebogen. Zijn hoofd is gebogen naar zijn voeten. Het lijkt geknakt.

Dokter Dumas biedt de eerste hulp en probeert met mond-op-mond beademing en daarna met zuurstof opnieuw leven te krijgen in Simpson. Het lukt niet. Simpson raakt bewusteloos, wordt snel met een helikopter naar het ziekenhuis in Avignon gevlogen, maar overlijdt onderweg.

De wedstrijd gaat ondertussen gewoon door. Er bestaan nog geen oortjes en er is zelfs nog nooit iemand op de maan geweest. Waar Simpson op minder dan twee kilometer van de top sterft, strijden zijn collega’s om de eer.

Op de top heeft Jimenez 1'10 voorsprong op Gimondi, Janssen en Balmamion, 1'15 op Pingeon, 1'20 op Poulidor, 2'20 op Letort, Aimar, Van Clooster en Castello. Tijdens de afdaling wordt Jimenez gegrepen door Aimar en Letort, even later door Pingeon, Gimondi, Balmamion en Janssen.

De kopgroep bereikt de aankomst op de Boulevard de la Pyramide in Carpentras. Jan Janssen wint er de spurt voor Gimondi, en Pingeon. Poulidor eindigt op ruim 2'. Jan Jansen wordt gewoon gehuldigd voor de etappeoverwinning. Pingeon glimlacht zijn tanden bloot naar zijn Franse fans. De gele trui is weer voor hem. Hij heeft de aanvallen van zijn tegenstrevers overleefd. Over het sterven van Simpson rept aan de eindstreep niemand met een woord.

Pas enkele uren later komt het bericht dat Tom Simpson is overleden. Tourdirecteur Félix Lévitan roept de journalisten samen en leest het volgende communiqué voor: "Tom Simpson is overleden om 17 uur 40. De dokters geven geen toestemming tot begraven".

Tour-directeur Felix Levitan wordt in de dagen daarna uitgescholden voor moordenaar. Had hij het parcours niet veel te zwaar gemaakt? Hoewel in er het peloton vermoedens van doping worden uitgesproken is een aantal weken lang een hartaanval de officiële verklaring voor de dood van de Engelsman.

Een week nadat Roger Pingéon de Tour van '67 heeft gewonnen, pakt de Londense krant The Daily Mail echter uit met een verpletterend bericht: ,,Tom Simpson was killed by drugs!". De lijkschouwing had uitgewezen dat de dood van Simpson het gevolg was van de ontzettende hitte, het gebruik van amfetamines en alcohol. Het bericht in The Daily Mail wordt bevestigd door het Franse gerecht: Simpson is het slachtoffer geworden van doping.

Simpson wordt dus de eerste 'dopingdode'. In het shirt van Simpson worden vier ampullen gevonden, één daarvan bevat een stimulerend middel; amfetamine. Hij heeft een glaasje cognac gedronken voordat hij de Ventoux bestijgt. Het verhaal gaat dat Tom in Bédoin een hele fles cognac uit een café zou hebben meegenomen. Maar daar wordt vandaag de dag aan getwijfeld.

Van amfetamines ga je overigens zeker niet harder fietsen. Je wordt er wel roekeloos van. De stof werkt op je hersenen, waardoor je jezelf beter (kan) voelen. Indien een coureur geen zin meer heeft om te gaan koersen kan hij proberen om zichzelf met amfetamines op te peppen.

Bij gebruik is er het risico van zelfoverschatting. Iets wat wellicht bij Simpson meespeelde. Hierdoor kunnen er makkelijker ongelukken gebeuren. Daarnaast loop je ook nog het risico eraan verslaafd te raken.

Tom Simpson is echter niet alleen gestorven vanwege het gebruk van verboden middelen. Zijn karakter speelde ook een voorname rol. Simpson was enorm fanatiek. Had een enorme drive.

Een andere renner zou in dezelfde omstandigheden nooit zo ver zijn gegaan. Maar Simpson was grenzeloos ambitieus. Die Tour de France, die wilde hij winnen. Op de Ventoux moest hij in het wiel van Jan Janssen lossen. Zijn zevende plaats in het klassement en zijn eventuele eindzege kwamen in gedrang. Hij ging daarom helemaal over de rand. Zijn laatste woorden waren: "put me back on my bike,"

De dood van Simpson zorgde uiteindelijk voor aangescherpte dopingcontroles tijdens de Ronde van Frankrijk.

Zijn dood zorgde voor een schok in de wielerwereld. Een jaar eerder in 1966 waren er de eerste dopingcontroles ingesteld. Na de tragiek rond Simpson werden de controles verder opgevoerd. Amfetamines verdwenen dan ook snel uit het peloton. Maar de dood van een topcoureur zorgde nadien niet voor beter gedrag. Dat heeft de geschiedenis en de bekentenissen van Riis en Zabel deze week wel bewezen.