Oud-voorzitter FC Den Haag Dé Stoop (87) overleden

Dingeman Stoop is maandag op 87-jarige leeftijd overleden. Dat meldt de website van de Nederlandse voetbalbond woensdag. Het is niet bekend waaraan de geboren Amsterdammer is gestorven. Dingeman Stoop, beter bekend onder de naam Dé Stoop, vervulde onder meer bestuursfuncties bij de KNVB, FC Amsterdam en FC Den Haag. Stoop was één van de meest bijzondere bestuurders binnen het voetbal.

Dingeman Stoop was een selfmade man. De uit Amsterdam afkomstige Stoop begon zijn carrière in armoede. Hij begon als jongste bediende bij een papierfabriek tot directeur/eigenaar van Starlift, een liftenfirma. Met zijn firma Starlift sponsorde hij jarenlang volleybalclub Starlift Voorburg. Zelf werd Stoop vooral bekend als bestuurslid van voetbalclubs en voetbalbonden.

Als 35-jarige speelde Dé een vooraanstaande rol in de Nederlandse Beroepsvoetbal Bond. Dit was een niet door de KNVB erkende bond die profvoetbal wilde introduceren in Nederland. Stoop was naast vice-voorzitter van deze bond ook een belangrijk bestuurslid bij BVC Amsterdam, in de jaren ’50 kortstondig dé Amsterdamse profclub. De profvoetbalbond won het gevecht voor profvoetbal in Nederland en ging op in de KNVB. BVC Amsterdam werd snel opgeheven, maar Stoop bleef actief in het voetbal. Hij ging besturen bij DWS.

DWS ging in de jaren ’70 samen met Blauw Wit, een andere legendarische Amsterdamse voetbalclub, op in FC Amsterdam. FC Amsterdam was mede door Dé Stoop één van de meest kleurrijke voetbalclubs van de jaren ’70. Jan Jongbloed, Frits Flinkenvleugel, Nico Jansen, Gerard van der Lem, Geert Meijer en Frank Kramer. FC Amsterdam had die jaren een topelftal.

De “lieverdjes” zoals ze in die jaren heten waren de tweede voetbal-attractie van Amsterdam. Ze speelden Europees voetbal en versloegen daarin Inter Milaan. Men reikte in het seizoen 74-75 tot aan de kwartfinale. Ook versloeg men Ajax in de competitie.

Bij FC Amsterdam gebeurde niet alledaagse dingen. Stoop nam de spelersvrouwen op vakantie naar Mallorca, Nico Jansen bouwde eigenhandig het spelershome en spelers werden door Stoop of ongewoon hardhandig aangepakt of met vette premies beloond.

FC Amsterdam had echter één probleem. Per jaar trok de club minder toeschouwers en Stoop moest er geld bijdoen om de club te redden. Dat deed hij een aantal jaren en toen ging de stekker eruit. Dat deed Stoop veel pijn: "Ik hield van FC Amsterdam. Maar vanaf het begin was het me duidelijk dat de club geen bestaansmogelijkheid had. 10 jaar lang heb ik gevochten. 100.000 gulden privé-geld heb ik erin gestopt, het bedrijf l,4 miljoen gulden. Het laatste jaar kwamen we 600.000 gulden tekort. Een recette van 100.000 gulden en een afdracht van 114.000 aan het stadion. Alleen het spelen kostte ons eigenlijk al de nek. Tegen beter weten in heb ik geknokt. En met mij anderen. Omdat ik clubman was geworden. Maar het werd een drama. Nooit uitverkocht, 32.000 was het hoogste. En de grootste teleurstelling was dat we de kwartfinale van de UEFA-Cup haalden en dat er 3.000 man naar het stadion kwam. In Amsterdam is niks meer mogelijk. Ik heb er voor gestreden, jezus ja. Het beste elftal, met Jongbloed, Flinkenvleugel, Dekker, Nico Jansen, Van der Lem en Meijer, kostte 700.000 per seizoen. Dat viel niet op te brengen. Toch deed ik het".

Stoop trok de stekker eruit. Dat ging niet zonder slag of stoot. Stoop bekijkt de laatste wedstrijd van FC Amsterdam met bodyguards. "Het was niet meer veilig voor me. Ik móest die bodyguards om me heen. Die paar honderd supporters waren woedend. Ik had hun hobby afgepakt. Als geen ander weet ik wat dat inhoudt, maar ik kon niet anders. Vrienden hadden me afgeraden te gaan kijken, maar ik moest erbij zijn. Ik was er altijd. Ook bij het C-elftal. Terwijl ik dus geen wedstrijdbezoeker ben. Cees Kick, de trainer, heeft me kwalijk genomen dat ik hem te laat inseinde. Maar die mededeling, jongens - we stoppen, dat is hetzelfde als je iemand meedeelt dat-ie kanker heeft. ... ik heb dat steeds uitgesteld, het greep ook mij aan. BVC Amsterdam, DWS, FC Amsterdam, ik heb dat hele proces meegemaakt. Jongens, die bij me speelden met als slogan hoop doet leven, 250 gulden netto per maand, daarvoor moesten ze dan 4 keer per-week trainen. Wat heb ik daar een respect' voor gehad".

Lang treurde Stoop niet. Snel dook hij op bij FC den Haag. De club is net gegradeerd, de hoofdtribune afgebrand, het elftal opgebrand. Typisch een klusje voor Stoop. Stoop gaat ook in Den Haag op zijn eigen manier te werk. Voorzitter Herman Choufoer, manager Eddy Hartmann en trainer Rob Baan moeten het veld ruimen.

Stoop zoekt, sart en zuigt via de pers. Het maakt van hem een kille despoot die voor het eindresultaat over lijken gaat. Stoop zorgt bij FC Den Haag echter ook voor leven in de brouwerij. Stoop trekt zijn beurs en trekt Martin Jol, Heini Otto en Remco Boere aan.

Succes volgt snel en het publiek stroomt toe. FC Den Haag promoveert weer naar de eredivisie en is juist door Stoop weer een gezonde club met sportieve ambities. Den Haag is Stoop laatste klusje. De afgelopen jaren was Stoop niet veel meer in de publiciteit.