Leblanc teleurgesteld in Saiz, Ullrich

De afzwaaiende Tourbaas Jean-Marie Leblanc heeft in de Spaanse krant AS uitgehaald naar Manolo Saiz en Jan Ullrich. Leblanc ging ook in op zijn relatie met Lance Armstrong.

”Saiz heeft mijn laatste Tour verpest”, klaagt Leblanc. ”Jarenlang heeft hij me voorgelogen.” Saiz was als ploegleider van Liberty Seguros vermoedelijk een spilfiguur in het Spaanse bloeddopingschandaal. Leblanc is eveneens ontgoocheld in Jan Ullrich, een verdachte in de dopingzaak: ”Ullrich heb ik lang bewonderd, maar ook hij heeft me flink teleurgesteld.”

Leblanc is verder van mening dat het niet deelnemen van onder meer Ivan Basso en Jan Ullrich niet nadelig hoeft te zijn: ”Het is onacceptabel dat renners zouden participeren die doping gebruiken of verwikkeld zijn in een dopingzaak. Nu kunnen we nieuwe coureurs ontdekken, neem een Marcus Fothen. Er zal een nieuwe Ullrich opstaan, een nieuwe Basso aan de horizon verschijnen....”

De scheidend Tourbaas ligt nog altijd in de clinch met Lance Armstrong: ”Een krant meldde dat ik zou hebben gezegd dat de Tour een andere winnaar dan Armstrong verdiende, maar dat is niet waar. Maar wat ik wel zeg is dat uit analyses blijkt dat Armstrong de Tour in 1999 met EPO heeft gewonnen. Ik zal hem vragen waarom hij daar niks over zegt. Ik zeg niet dat hij na 1999 doping heeft genomen.”

Een jaarlijks terugkerend fenomeen is de kritiek op het parcours van de eerste week. Ditmaal richtte CSC-ploegleider Bjarne Riis zijn pijlen op het traject. De Deen zag te veel massasprints. Leblanc is het niet eens met de Tourwinnaar van 1996: ”Als we aan het begin al de bergen aandoen krijgen we weer geluiden dat de koers te hard wordt gemaakt en dat renners wel moeten grijpen naar stimulerende middelen. Bovendien is de Tour dan te snel beslist. En vergeet niet dat sprinters een belangrijk element vormen van de wielersport.”

Leblanc is benieuwd naar het verloop van de komende dagen: ”Voor de Tour is het goed dat Armstrong niet gaat voor een achtste eindwinst. Dan zouden we opnieuw praten over de sterkte van zijn ploeg, zijn controle, zijn concurrenten zouden dezelfde houding aan de dag leggen. Nu moeten ze improviseren, nieuwe tactieken bedenken. Niemand weet wie de Tour zal winnen.”