Column: Keep Walkin'

Op 1 januari 1968 werd de allereerste Formule 1 Grand Prix gereden door een auto die geschilderd was in de kleuren van een tabaksfabrikant. Sindsdien was de opmars van de sigarettensponsoring niet te stuiten.

Zelfs - of moet ik zeggen: juist - vanaf het eind van de jaren tachtig, toen de vrijheid om reclame te maken voor tabaksproducten steeds verder werd ingeperkt. De fabrikanten zochten naar een plaats om hun enorme budgetten voor marketing te spenderen, en die laatste paar plekken waar geadverteerd mocht worden werden veel waard.

Jarenlang proberen sommige landen al om tabaksreclame te verbieden, maar de macht van de sport (afgezien van het prestige levert een race een slordige 50 miljoen euro op voor de locale economie) zorgde toch altijd voor dispensaties of creatief omgaan met de regels. Zo dacht de Belgische regering voor de invoering van een verbod in 2003 dat de sport de race op het circuit in de Ardennen, algemeen beschouwd als het mooiste Formule 1 circuit ter wereld, niet zou durven schrappen. Een jaar later werd er toch weer dispensatie verleend, en kon de race in België terugkeren. De Nürburgring werd tijdelijk Luxemburgs grondgebied om de Duitse regels te omzeilen, en in Italië werd al voor de race een symbolische boete van 10.000 dollar betaald, en kon daarna de wetgeving rustig overtreden worden.

Persoonlijk vind ik het redelijk hypocriet dat een overheid, die de verkoop en het gebruik van tabak toestaat, reclame voor zo'n legaal product verbiedt. Hypocriet temeer omdat de Europese Unie per jaar bijna een miljard euro subsidie betaalt aan boeren die tabak telen. Natuurlijk is roken slecht voor een mens, maar net zoals het een coureur vrij staat om zijn lijf en leven te wagen in een sport die anderen ter vermaak moet dienen, moet een mens toch uiteindelijk zelf kunnen kiezen of het asfalteren van de luchtwegen een bezigheid is die hij of zij na wil streven in het leven.

Hoe dan ook, de Europese Unie heeft besloten om vanaf 31 juli tabaksreclame in de hele EU volledig te verbieden. Alleen de datum is al perfect gekozen - niet gewoon op de eerste dag van een maand. Nee, het verbod gaat in op de laatste dag van een maand, waardoor de Grand Prix van Hongarije in de vreemde situatie terecht komt dat de teams tijdens de vrije trainingen en de kwalificatie wél met tabaksreclame mogen rijden, maar tijdens de race niet. Of de TV-stations op zondag nog wel beelden mogen laten zien van de kwalificatie is niet duidelijk. Ook is het nog steeds niet duidelijk of teams, TV-stations, de autosportfederatie FIA of de sponsors strafbaar kunnen worden gesteld, als er beelden uit landen waar de reclame wel is toegestaan, in de EU worden uitgezonden.

Maar behalve dat de wetgeving onduidelijk is, breekt de EU tevens de eerdere wereldwijde afspraak van de sportbonden met de World Health Organization, een onderdeel van de VN, om eind 2006 te stoppen met tabaksreclame. Veel teams hebben jarenlange sponsorcontracten die tot 2006 lopen, en komen daardoor in de problemen. De FIA is zo boos over het breken van de eerdere afspraken, dat ook de afspraak met de WHO is opgezegd. Daardoor kan er na 2006 dus toch doorgereden worden met sigarettenstickers tijdens races die niet in de EU plaatsvinden. Dat daardoor de Europese bevolking alsnog blootgesteld wordt aan tabaksreclame op TV, internet en magazines, en de wet dus eigenlijk alleen maar contra-productief werkt, is voor de wetgevers in de EU blijkbaar niet relevant.

Als gevolg van de harde lijn in de EU zien we een trend dat er Europese races geschrapt worden ten gunste van races in groeiende markten. Markten waar toevallig tabaksreclame nog wel is toegestaan, zoals Maleisië, Turkije en Bahrein. Het is de bedoeling dat op korte termijn ook India, Mexico en Rusland aan dat lijstje worden toegevoegd. Toch zitten de Formule 1 teams met een probleem. Omdat niet duidelijk is of die TV beelden in de EU nog wel uitgezonden mogen worden, loopt de sport het risico om zich te vervreemden van de honderden miljoenen Europese fans. Fans die de sport groot hebben gemaakt, en vooralsnog via Europese sponsors veel rekeningen betalen. Er zal altijd wel een aantal races in Europa blijven, en de vraag is welke stickers er dan op de auto's geplakt zullen worden.

Het idee en de regelgeving om tabaksreclame te verbieden is grotendeels ontstaan tijdens de hoogtijdagen van de IT, en de bewindslieden hoopten dat de sport daar nieuwe sponsors zou vinden. Door de crisis in die sector is dat echter minder goed gelukt dan werd verwacht. Een aantal leveranciers van IT producten en diensten prijkt wel met hun naam op de auto’s, maar budgettair kunnen zij toch niet als volwaardige vervanging van de tabakssponsoring worden gezien. Men bleef dus zoeken naar bedrijven met de middelen en de wil om de F1 draaiende te houden.

Het team McLaren denkt een dergelijk bedrijf gevonden te hebben, en ik denk dat de bewindsvoerders in Brussel zich er behoorlijk aan zullen ergeren. De Formule 1 was een ideale plek voor een sector met veel geld en steeds minder mogelijkheden om te adverteren. Naast de tabaksbranche is er nog een sector die aan die omschrijvingen voldoet. De alcoholproducenten zijn al jaren vertegenwoordigd in de racerij, maar krijgen dankzij het vertrek van de tabaksstickers opeens veel meer ruimte om te adverteren.

De EU heeft de kans op een wereldwijde ban op tabaksreclame om zeep geholpen, en dat de ontstane ruimte op auto’s wordt ingenomen door één van de weinige producten die mogelijk nog schadelijker zijn voor de maatschappij dan tabak, vind ik een staaltje ironie waar ik behoorlijk van kan genieten.

Ik hoop dan ook stiekem een beetje dat de startopstelling volgend jaar gevuld zal zijn met Martini-Ferrari's, Smirnoff-Red Bulls en een Nederlandse coureur met heel groot "Biertje?" op de motorkap. In ieder geval zal McLaren vanaf de Grand Prix van Turkije het logo met de stappende man van Johnnie Walker op de auto hebben staan. De volgende stap is weer aan de EU.