Historisch: Phoenix 1990

In 2000 vond de eerste Grand Prix van de Verenigde Staten sinds lange tijd plaats op het circuit van Indianapolis. Amerikaanse coureurs deden al tientallen jaren met wisselend succes mee aan het Formule 1-wereldkampioenschap en ook op het vlak van circuits was de V.S. altijd goed vertegenwoordigd. Sinds het debacle van Michael Andretti in 1993 was de interesse van de Amerikanen in de Formule 1 echter gekelderd. De laatste Amerikaanse Grand Prix vond plaats in 1991, op het circuit van Phoenix.

Phoenix, de hoofdstad van de staat Arizona, organiseerde sinds 1989 een race door de straten van de binnenstad. Het was een circuit als de races in de jaren '80 in Dallas en Detroit: rechte stukken verbonden door haakse bochten, zonder grindbakken of uitloopstroken en enkel betonnen muren langs het wegdek. De baan bood geen slechte races, maar de stad zelf liep niet warm voor de Grand Prix. Na drie races besloot Bernie Ecclestone om niet meer terug te komen naar de stad in de woestijn.

In 1990 werd de tweede Phoenix Grand Prix gehouden. Het was de openingsrace van het seizoen. De afgelopen twee seizoenen waren gedomineerd door Ayrton Senna en Alain Prost in hun McLarens. De Franse Grand Prix van 1989 zag echter het debuut van een veelbelovende jonge coureur: Jean Alesi. Alesi had een aantal jaren in de Formule 3000 gereden en stond midden '89 aan de leiding van het klassement. Enkel gebaseerd op deze prestatie werd hij binnengehaald door Ken Tyrrell. Hij werd vierde in zijn eerste race.

Vierde was ook de positie waarvan Alesi mocht starten voor de race in Phoenix. Hij had zich met de Tyrrell spectaculair vóór Senna gekwalificeerd, maar de loterij van de natte kwalificaties betekende ook dat Pierluigi Martini in zijn Minardi van de tweede plaats mocht beginnen. Verder had Alesi nog Andrea de Cesaris in een Dallara voor zich en op pole position stond Gerhard Berger in de andere McLaren.

Bij de start stelde Alesi direct orde op zaken. Hij schoot niet alleen de twee vreemde eenden in de bijt voorbij, maar wist vóór de eerste bocht ook Berger te verschalken. Senna pakte de vierde plaats achter Berger en schoof een plaats op toen Berger in de beginfase spinde. Alesi was er echter als een haas vandoor en trok een gat met zijn achtervolgers.

Het duurde tot ronde 33, bijna de helft van de race, tot Senna zijn achterstand had weggewerkt op Alesi. De Braziliaan begon aan te dringen bij Alesi, maar deze wilde van geen wijken weten. Senna probeerde hem in verschillende bochten uit te remmen, maar telkens werd hij geblokkeerd door de Fransman en bleken zijn acties tevergeefs. Uiteindelijk haalde Senna hem in door een strakke uitremactie.

Alesi liet dat echter niet op zich zitten en twee bochten later zette hij brutaal zijn Tyrrell naast de wagen van Senna. Hij pakte de leiding terug en hetzelfde spel begon opnieuw. In ronde 35 wist Senna hem eindelijk definitief in te halen en de leiding over te nemen. Uiteindelijk won Senna de race, maar Alesi finishte binnen tien seconden van de leider en pakte daarmee zijn eerste podiumplaats.

Na de race was de pers vol lof over de jonge Fransman. De Franse kranten jubelden dat hij de volgende wereldkampioen en de opvolger van Prost zou zijn en ook in Italië was men dolenthousiast over Alesi. Ferrari kaapte hem het jaar daarop weg bij Williams als de reddende engel, maar in de vijf jaar dat Alesi bij het steigerende paard reed, wist hij slechts één Grand Prix te winnen. Via Benetton, Sauber, Prost en Jordan zakte hij weg in de Formule 1-uitslagen en na een teleurstellend 2001 verliet hij de koningsklasse van de autosport. Tegenwoordig rijdt Alesi met wisselend succes in de DTM.

Submitter:  Bron: FOK!