CPB: Immigrant kost 43.000 euro

Vorige week haalde de PVV de woede van zowat heel politiek Den Haag op de hals, door te vragen naar een kosten/batenanalyse van de niet-westerse allochtoon. Nu blijkt dat het Centraal Planbureau (CPB) reeds in 2003 een dergelijke rekensom heeft gemaakt.

Hans Roodenburg, oud-onderzoeker bij het CPB, hield zich destijds met het onderzoek bezig. Het CPB onderzocht dit omdat immigratie steeds vaker voorkwam op de politieke agenda en het economische aspect werd steeds belangrijker.

Het onderzoek leverde twee belangrijke conclusies op. Ten eerste leveren niet-Westerse immigranten geen voordeel op voor de Nederlandse economie. Zij kosten de Nederlandse staat in totaal 43.000 euro gedurende hun hele leven. Ten tweede draagt immigratie niet bij aan het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing.

Volgens Roodenburg reageerde de politiek niet op de uitkomsten van het onderzoek. Hij heeft de indruk dat men het 'een lastig onderwerp' vindt. "Alles wat met allochtonen te maken heeft, ligt nogal gevoelig", zo zegt hij.

Een ander punt dat Roodenburg aanhaalt, is de moeilijk vervulbare banen. Doordat allochtonen deze banen aannemen, wordt het werkloze Nederlanders makkelijker gemaakt om thuis te blijven zitten, waardoor de kosten voor de staat verder oplopen. 

Roodenburg begrijpt de commotie die is ontstaan na de vragen van de PVV niet zo goed. Hij zou als politicus juist alle feiten boven water willen krijgen, om fouten uit het verleden niet te herhalen en in de toekomst juiste besluiten te kunnen nemen omtrent immigratie.

In andere Europese landen (Duitsland, Engeland, Scandinavië) zijn dergelijke onderzoeken ook al uitgevoerd. De uitkomsten zijn in grote lijnen vergelijkbaar met de conclusies die het CPB eerder trok.

Lees hier over de relatieve nutteloosheid van al dat cijferwerk.