Kerkbezoek in Nederland neemt verder af

Het kerkbezoek in Nederland is de afgelopen jaren verder afgenomen. Ging elf jaar geleden nog 23 procent van de volwassenen ten minste één keer per maand naar de kerk, in 2008 was dat nog 19 procent.

Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral de Nederlands Hervormde Kerk die in 2004 opging in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), heeft de laatste jaren aanhang verloren. Rekende in 1999 nog 14 procent zich tot deze gezindte, in 2008 voelt nog maar 10 procent zich tot deze stroming aangetrokken. Het aandeel gereformeerden daalde de afgelopen elf jaar van 7 naar 4 procent. Het CBS heeft geen uitsplitsing gemaakt naar de gereformeerden die zich in 2004 bij de PKN hebben aangesloten, en de aanhangers van behoudende groeperingen als de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Gereformeerde gemeenten in Nederland en Noord-Amerika.

Groei zit er wel in het aantal islamieten in Nederland, van 3 naar 4 procent, zo becijferde het CBS. Die toename wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van het aantal niet-westerse allochtonen. De onderzoekers bij het CBS noemen het opvallend dat de kerkelijkheid in de sterk stedelijke gebieden tussen 1999 en 2008 licht is toegenomen, terwijl die in alle overige gebieden afneemt.

Gereformeerden zijn de meest regelmatige kerkgangers. Van hen gaat 63 procent geregeld naar de kerk. Bijna de helft gaat minimaal een keer per week. Van de mensen die zich rekenen tot de PKN-stroming gaat ook 63 procent regelmatig naar het godshuis, terwijl van alle stromingen de katholieken het minst frequent naar de kerk gaan: 23 procent gaat regelmatig. Binnen de islamitische gemeenschap maakt ruim een derde een vaste gang naar de moskee. "De helft gaat zelden of nooit", aldus het CBS.