Actie tegen drugshostel Den Bosch

Wie wil er een hostel vol psychiatrisch gestoorde drugsverslaafden in z'n achtertuin? De bewoners van de Bossche volkswijk Kruiskamp zeker niet. Toen die vorig jaar lucht kregen van het plan voor een hostel in de buurt, brandde het beoogde pand snel daarna af. Niemand in de wijk had iets gezien of gehoord.

De bewoners van het veel chiquere Den Bosch-Zuid, die nu aan de beurt zijn, weten het ook zeker: géén drugshostel voor 35 verslaafden in hun buurt. Hetzelfde geldt voor de bewoners van de wijk Sterrenburg in Dordrecht en die van de Blekerstraat in Almere: "Hier geen hostel!"

Het is als een virus dat door het land waart: de ene na de andere gemeente kondigt aan dat er een hostel moet komen om dakloze junks te huisvesten. De ene na de andere buurt gooit vervolgens de kont tegen de krib. Om met het zojuist opgerichte comité van Den Bosch-Zuid te spreken: "Wij zijn niet tegen hostels, maar dit hostel op deze plek is een heel slecht idee."

Al die ophef in al die buurten, is dat nou niet te voorkomen? Voorzitter Fleur Woudstra van het Adviescentrum anti-drugsoverlast (Acado) denkt van wel. "Steeds opnieuw maken gemeenten dezelfde fout: de plannen worden tot in de puntjes voorbereid en dan als een bom gedropt. Dat zijn lelijke trucs. Een betere manier om enorme weerstand op te roepen is er niet. Buurtbewoners voelen zich behandeld als achterlijke gladiolen."

Ook Tweede Kamerlid Joldersma, namens het CDA belast met de drugsproblematiek, ziet een patroon: "Veel buurtbewoners geven nog altijd aan dat er niet of nauwelijks wordt gecommuniceerd."

Het hostelverhaal begint negen jaar geleden in Utrecht, waar de gemeente wilde afrekenen met de overlast door dakloze junks. De stad bracht hen samen in hostels, waar ze een kamer krijgen en intensieve begeleiding. Het is de bedoeling dat zij vanuit het hostel doorstromen naar zelfstandige woonruimte en een baan.

In Utrecht werd het officieel een succesverhaal. Andere gemeenten haken aan op het model. Daarbij verwijzen zij naar het succes, maar onderschatten vaak de bijkomende problemen. In heel het land raken gemeenten in de clinch met geschrokken buurtbewoners die zich afvragen wat er met de huizenprijzen gebeurt, of hun bejaarde moeders nog over straat kunnen en of hun kinderen nog veilig kunnen spelen.

Den Bosch is de jongste verzetshaard. De stad laat zich niet uit het veld slaan door de brand van vorig jaar. Er komen vijf hostels voor 700 junks. De eerste locaties zijn sinds twee weken bekend. Daarbij dacht de gemeente het keurig te hebben aangepakt. Er was een klankbordgroep waarin met enkele bewoners over beoogde panden is gesproken en er zijn vooraf voorlichtingsavonden geweest over het fenomeen hostel. "En toen maakten we de locaties bekend en voelden veel mensen zich toch overvallen", zegt een woordvoerster. "Dat is helaas niet te voorkomen."

De gemeente vraagt zich af hoe ver inspraak moet gaan. "Iemand moet toch de beslissing nemen. Dat hebben we inderdaad niet aan de wijken zelf overgelaten. Maar wij doen er nu alles aan om draagvlak te creëren. Dat kost tijd."

Actievoerder Tiesing is allerminst onder de indruk. Toen hij van het hostel hoorde, was de beslissing al genomen. Over een kleinschaliger opvang, met minder junks, valt met hem best te praten. Maar dat is voor de gemeente niet aan de orde. Tiesing: "Wat hebben we aan draagvlak als de beslissing zelf niet ter discussie staat? Het wordt ons door de strot geduwd." Uit Almere en Dordrecht komen soortgelijke geluiden.

CDA'er Joldersma dringt aan op meer regie teneinde het gangbare patroon te doorbreken, bijvoorbeeld vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). "Elke gemeente vindt het wiel uit. Ze leren te weinig van elkaar. Het ontbreekt aan richtlijnen. Er zijn geen toetsbare criteria voor de keuze van locaties. En er zijn geen duidelijke regels voor de communicatie met de buurt."

De actievoerders in Den Bosch-Zuid kijken uit naar het wijkbezoek van burgemeester Rombouts, komende donderdag. Tiesing hoopt op begrip. En anders? "Dan beraden wij ons op verdere acties."

Voor brand hoeft Rombouts niet te vrezen. "Daar zijn wij hier in Zuid net iets te brave burgers voor."


Een hostel voor gestoorde junks? Niet in mijn achtertuin!  (foto: DAG)