Scholieren steken zich vaker in de schulden

Scholieren lenen steeds vaker geld. Een op de vijf scholieren houdt er zelfs risicovol financieel gedrag op na; ze hebben een gat in hun hand. Dat stelt het Nibud in zijn Nationaal Scholierenonderzoek over het afgelopen schooljaar dat vandaag is gepubliceerd.

Vergeleken met vorig schooljaar hebben steeds minder scholieren er moeite mee zich in de schulden te steken. Nu leent 63 procent van de schoolgaande jongeren geld, tegen 45 procent het jaar ervoor. "Het lijkt erop dat scholieren zich niet echt bewust zijn van de risico's van lenen", stelt het Nibud. Vooral meisjes, vmbo-leerlingen en vijftien- en zestienjarigen kunnen slecht met geld omgaan. "Ze sparen minder, lenen vaker, komen vaker geld tekort en vinden omgaan met geld moeilijker dan andere scholieren", aldus het Nibud.

Het budgetteringsinstituut maakt zich zorgen om de rol van de ouders in het uitgavenpatroon van de kinderen. Bij scholieren die risicovol gedrag vertonen, komt het vaker voor dat de ouders zich niet met de geldzaken van de kinderen bemoeien en vaker geld krijgen van hun ouders. Een toenemende groep ouders betaalt veelvoorkomende uitgaven van hun kinderen, zoals de kosten voor het mobieltje. In 2004 betaalde 20 procent van de ouders die kosten, nu is dat opgelopen tot 30 procent. Het aantal ouders dat de kleding van het kroost betaalt, is in vijf jaar tijd opgelopen van 30 procent naar 60 procent.

Zelfs wanneer kinderen kleedgeld krijgen, wordt de kleding toch vaak nog door de ouders betaald. Het Nibud noemt dat "onbegrijpelijk". Ouders ontnemen hun kinderen daarmee de kans met geld te leren omgaan.

Geld hebben en uitgeven is ook veel belangrijker geworden voor scholieren in de afgelopen jaren. Was de schoolgaande jeugd in 1984 nog goed voor een maandelijks bestedingspatroon van 45 miljoen euro, nu is dat opgelopen naar 85 miljoen euro gestegen.