Wall Street laat GM vallen
De Dow-Jonesindex van dertig grote fondsen sloot 1,1 procent hoger op 8500,33 punten. Grote winnaars waren onder meer Coca-Cola (plus 4,8 procent) en Pfizer (plus 3,4 procent). De breder samengestelde S&P 500 noteerde een stijging van 1,4 procent op 919,14 punten. De index van de schermenbeurs Nasdaq ging 1,3 procent omhoog naar 1774,33 punten.
General Motors (GM) had het wel zwaar te verduren. Beleggers gaan uit van een faillissement van het autobedrijf en duwden het aandeel 33 procent omlaag tot 75 dollarcent. GM is daarmee een 'pennystock' geworden. Vorig jaar juni stond het aandeel nog boven de 18 dollar.
Oliefondsen zaten aanvankelijk stevig in de lift. De prijs van een vat ruwe Amerikaanse olie kwam vrijdag boven de 66 dollar uit, op het hoogste niveau in zes maanden. Chevron bleef met een winst van 1,3 procent flink in de plus, maar beleggers in ExxonMobil besloten aan het einde van de handel hun winsten te nemen, waarna dit grote oliefonds sloot met een plusje van nog geen 0,2 procent.
De olieprijzen zijn deze maand al 30 procent gestegen in reactie op berichten dat de grootste economische misère achter de rug is. Vrijdag kwamen er cijfers uit Japan, India en de Verenigde Staten die daar op duiden.
Zo steeg in Japan de industriële productie met ruim 5 procent in april en kon India een veel hogere economische groei in het eerste kwartaal overleggen dan was verwacht. Het Amerikaanse ministerie van Handel stelde het krimpcijfer voor de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal naar beneden bij, van 6,1 naar 5,7 procent. Ook bleek uit de index voor het consumentenvertrouwen van de universiteit van Michigan dat het vertrouwen van de Amerikaanse consument sinds september vorig jaar niet zo hoog is geweest.
De euro stond op de New Yorkse valutamarkt op 1,4130 dollar tegen 1,4125 dollar eerder op de dag in de Europese handel. De dollar was vrijdag op de laagste koers van het jaar beland, door onzekerheid of de Amerikaanse munt nog wel de leidende munt in de wereld is.
