Onderzoek na dood baby

Het Openbaar Ministerie in Arnhem onderzoekt de dood van een baby die een alternatieve behandeling had gehad van een craniosacrale therapeut. Het drie maanden oude meisje is in 2007 overleden nadat de therapeut de hals en de rug van het meisje minuten lang gebogen hield.

Tijdens de behandeling kreeg het slachtoffer een adem- en hartstilstand, ze werd ter plekke gereanimeerd en met spoed naar het UMC St. Radboud in Nijmegen overgebracht. Kort daarop overleed ze. Vier artsen van dat ziekenhuis publiceerden vorige maand een artikel over het voorval in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG). Orthopedisch chirurg Micha Holla: "We willen collega’s zorgvuldig informeren over deze dramatische gebeurtenis om herhaling te voorkomen. Zolang wetenschappelijk bewijs ontbreekt, moet die therapie bij baby's worden afgeraden."

Uit medisch onderzoek in het ziekenhuis en het latere obductierapport van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt volgens de artsen dat het meisje is overleden ten gevolge van fatale complicaties na diepe buiging van haar hals. De artsen van het UMC St. Radboud hebben de dood van de baby bij de lijkschouwer gemeld. Die schakelde justitie in.

De Nederlandse Cranio Sacraal Vereniging zegt de beschreven behandeling niet te herkennen. Ook zou de therapeut niet bekend zijn bij de vereniging. De vereniging laat het NTvG weten het hen kwalijk te nemen dat een gerenommeerd vakblad een ongefundeerde relatie legt tussen de behandeling en de dood van het meisje.