Doorrijden na ongeval: vrijspraak
In december vorig jaar reden de vrouw en een fietsster op de kruising van de Noordendijk en Noorderstraat toen er twijfel ontstond wie er als eerste zou gaan. De automobiliste nam hierop de voorrang die zij ook had. De fietsster had inmiddels ook besloten door te rijden en reed tegen de zijkant van de auto.
De 28-jarige stapte vervolgens uit om te kijken of er schade aan de auto was en om naar de vrouw op de fiets te kijken. Deze was inmiddels verder gereden. Later deed zij echter aangifte tegen de automobiliste door middel van het kenteken omdat er een slag in haar wiel zat en ze zich 'als een muis waar overheen gereden was' voelde.
L. Visser, officier van justitie, vindt dat de vrouw aan de fietsster had moeten vragen hoe het maar ging en dat ze zichzelf bekend had moeten maken. Zij was het daar niet mee eens: "Dat hoeft toch niet alleen van mij uit te gaan." waarop de rechter haar corrigeerde: `Dat moet wel degelijk van u uitgaan."
Het verlaten van de plaats van ongeval is alleen strafbaar wanneer iemand zeker weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat er schade of letsel bij de tegenpartij is. Omdat de fietsster uit haar gedrag niet liet blijken schade of letsel te hebben, werd de automobiliste vrijgesproken.