Zwartrijden neemt af, agressie neemt toe

Het zwartrijden in de Rotterdamse metro is afgenomen sinds de invoering van de ov-chipkaart, maar de agressie door notoire zwartrijders neemt toe. Een zwartrijder krijgt het speciale toegangspoortje met een simpele trap open, waarna er een alarm afgaat. Dit vergemakkelijkt de taak van de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) die de zwartrijders moeten betrappen. 

Helaas voor de BOA worden ze steeds vaker agressief benaderd door de zwartrijders. Gisteren werd op metrostation Beurs een vrouwelijke controleur in haar buik geschopt, haar collega liep klappen op. De 20-jarige dader werd gearresteerd. Op metrostation Capelsebrug was het eveneens raak, hier trapten twee jongeren de poortjes open, één van hen kon worden staande gehouden, de ander ontvluchtte. Ook op Zuidplein was het volle kaart, al was de bingo die daar viel niet zo heftig als op de andere stations. 

Woordvoerder Nicky Jansen van de RET: "We merken dat het zwartrijden daalt. Maar de harde kern blijft en die is niet van plan te betalen. Als zij worden aangesproken bij de in- of uitgang kiezen zij dan ook direct voor de aanval." De 220 BOA's van de RET, tegenwoordig uitgerust met handboeien, controleren sinds de invoering van de ov-chipkaart meer doelgericht op stations waar de poortjes regelmatig doelwit zijn van dronken jongeren.