Besnijden helpt tegen geslachtsziekten

Besnijdenis helpt een aantal geslachtsziekten te voorkomen. Niet alleen hebben besneden mannen minder kans om HIV op te lopen, maar ook herpes en HPV worden door de afwezigheid van het grootste deel van de voorhuid minder makkelijk overgedragen. Het risico op een syfilisbesmetting neemt na besnijdenis niet af.

Dat blijkt uit de resultaten van een omvangrijk onderzoek die onlangs gepubliceerd werden. Al eerder was na een ander onderzoek gebleken dat besneden mannen 60% minder kans op een HIV-besmetting hebben dan onbesneden mannen. Het nieuwe onderzoek was een voortzetting van dat eerder afgeronde onderzoek en had als doel om uit te vinden of besnijdenis ook helpt beschermen tegen drie andere geslachtsziekten.

Wereldwijd is zo’n 30% van de mannen besneden. Volgens Drs. Matthew Golden en Judith Wasserheit van de University of Washington zijn de resultaten van het onderzoek reden genoeg om te pleiten voor meer penissnijderij. "We hebben nu overtuigend bewijs dat besnijdenis helpt om besmettingen te voorkomen. Besnijdenis zou op meer plaatsen mogelijk moeten zijn."

De reden voor het lagere risico op overdracht van de ziekten kan gezocht worden in de afname van het aantal Langerhanscellen die plaatsvindt na besnijdenis. Via die cellen zouden virussen het lichaam namelijk binnen kunnen komen.