Extra steun Citigroup duwt Wall Street omlaag

De effectenbeurzen in New York sloten vandaag op verlies. Beleggers waren ontstemd over de grotere deelname van de Amerikaanse overheid in bankconcern Citigroup en de sterker dan verwachte krimp van de Amerikaanse economie in het vierde kwartaal.

De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 119,15 punten ofwel 1,7 procent lager op 7062,93 punten. Dit is de laagste slotstand in elf jaar. De breed samengestelde S&P 500 leverde 17,74 punten (2,4 procent) in en belandde op een stand van 735,09 punten, de laagste slotstand sinds december 1996. Technologiegraadmeter Nasdaq ging 13,63 punten (1 procent) omlaag tot 1377,84 punten.

De Amerikaanse overheid wisselt voor 25 miljard dollar aan preferente aandelen in Citigroup om in gewone aandelen. Daardoor wordt het belang vergroot tot 36 procent. Analisten vrezen dat andere banken hetzelfde kan overkomen. Citigroup kelderde bijna 40 procent. Bank of America ging mee in de malaise en zakte ruim een kwart.

De Amerikaanse economie kromp met 6,2 procent in het vierde kwartaal op jaarbasis. Dat is de sterkste krimp sinds 1982. Analisten hadden een krimp van 5,4 procent voorspeld. In een eerste raming werd nog een teruggang gemeld van 3,8 procent.

General Electric leverde 6,5 procent in. GE verlaagde het uit te betalen dividend over 2008 fors, wat de balans van het bedrijf moet versterken. Het zou het concern 9 miljard dollar moeten schelen. Dit werd gelaten ontvangen op de beurs, maar de koers kreeg later op de dag een klap door kredietbeoordelaar Moody's. Deze waarschuwde voor een mogelijke verlaging van de kredietwaardigheid van GE, ondanks de dividendbeslissing.

De euro stond op 1,2665 dollar. Bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag was de munteenheid eentiende dollarcent minder waard.