Veroordeelde incest-vader opnieuw in de fout

Een eerdere veroordeling wegens incest is niet per definitie het bewijs dat een verdachte bij een volgende verdenking wederom schuldig is. De 55-jarige Martinus R. uit Alblasserdam kan echter ontkennen wat hij wil, de beschuldigingen door twee van zijn dochters worden door Justitie geloofd. Gisteren werd 18 maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk, geëist tegen R. Ook is er een extra lange proeftijd van vier jaar geëist.  

Aan zichzelf te danken
Tijdens de zitting, die twee uur duurde, zegt Marinus dat hij de nieuwe beschuldigingen van ontucht met twee van zijn dochters en een vriendinnetje eigenlijk aan zichzelf te danken heeft. Het feit is dat hij in 2003 veroordeeld is tot dertig maanden cel, waarvan tien voorwaardelijk wegens incest met zijn dochters. Die straf heeft hij uitgezeten. Hij zegt over de beschuldigingen: "Het zijn onverwerkte gevoelens. Daarom nemen ze nu wraak. Maar het is echt niet waar. We waren juist bezig weer iets goeds op te bouwen. Ons gezin was weer perfect."

Wraak
Rechtbankpresident mr. A.P. Hameete vindt dat op die stelling valt af te dingen. Als twee dochters én een vriendinnetje beweren onzedelijk betast te zijn waarbij ook seksueel getinte opmerkingen gemaakt zijn, moet er wel iets aan de hand zijn. Dit blijkt ook uit andere incidenten binnen het gezin. De caravan van de tweede dochter, die op het ouderlijk erf staat, werd door R. doormidden gezaagd omdat ze er een rommeltje van maakte. Hameete vroeg aan R.: "Alle tieners zijn toch slecht in opruimen?" waarop R. antwoordde: "Maar ze hadden vreselijk seksuele teksten in de caravan gekladderd."

De beschuldigingen kwamen pas twee maanden na het caravanincident, maar zouden toch ook als wraak bedoeld zijn. Ze zouden ingegeven zijn door een vriend van de dochter: "Wij waren het met die relatie niet eens, omdat hij veel ouder was. Bovendien wilde zij de pil, daar waren wij ook tegen." Mr. J. Koorn, de officier van Justitie gelooft zijn verhaal niet. Bij valse beschuldigingen is er doorgaans wel een bepaald patroon van overeenkomsten te ontdekken, maar dat is er in dit geval niet volgens hem.  R. spreekt volgens hem consequent over wraak, maar wordt niet concreet: "Als vragen hem te dichtbij komen, komt hij plotseling met heel andere verhalen."

Ernstige zaak
Koorn sprak van een ernstige zaak: "Dit gaat over de kern van het leven: de opvoeding van kinderen en de plicht van ouders om hun kinderen een veilige plek te bieden." In zijn ogen valt ook de moeder van het gezin veel te verwijten: "Meneer stond op een gegeven moment met een hamer boven het hoofd van een dochter en vroeg hij of hij haar moest vermoorden. Zij stond er bij en zei alleen dat hij dat niet moest doen. Beide ouders hebben hun kinderen in de ijzige kou laten staan. Het enige is dat het niet ingrijpen van de moeder niet strafbaar is." Hij maakte hierbij ook de kanttekening dat het jongste slachtoffertje de eerdere beschuldigingen bij politie en Justitie ontkende. Dit zou onder druk van de ouders gebeurd zijn.

R. moet beslist de cel weer in volgens justitie. Een werkstraf is alleen bespreekbaar als het kortdurende ontucht door mensen die nog nooit eerder veroordeeld zijn, betreft. Deze afweging is voor de rechtbank echter niet zo eenvoudig volgens Hameete. Ze zal eerst moeten beslissen welke lezing van deze familiegeschiedenis ze geloofwaardig acht. Volgens hem wordt deze straf van anderhalf jaar, met een half jaar voorwaardelijk, vaker geëist in dergelijke zaken. "Maar als we tot een veroordeling komen, moeten we ook afwegen of de kloof in het gezin daardoor niet nog dieper wordt."

 Met dank aan Emslander voor de submit