Persvrijheid: minder doden, meer censuur

In 2008 zijn er minder journalisten gedood of gevangen genomen, meldt de internationale organisatie Verslaggevers Zonder Grenzen in haar jaarlijkse rapport over de persvrijheid in de wereld. Deze positieve cijfers kunnen echter maar nauwelijks verbergen dat intimidatie en censuur, met name via internet, dit jaar hoogtij vierden.

 

In 2008 kwamen 60 journalisten om tijdens de uitoefening van hun beroep; in 2007 waren dit er 86. Het aantal aanhoudingen zakte van 887 in 2007 naar 673 in 2008. 

 

Irak staat bovenaan de lijst van gevaarlijkste gebieden van het jaar, met 15 omgekomen journalisten. Pakistan en de Filippijnen volgen daarop met respectievelijk 7 en 6 doden. Mexico, waar 4 journalisten omkwamen, is ook een enorm risicoland gebleken. De regio Afrika heeft echter minder slachtoffers gevergd, omdat de media en individuele journalisten die gebieden, met name Somalië, steeds meer verlaten.

 

De censuur van meningsuiting wordt echter meer zichtbaar via internet, dat een steeds grotere rol inneemt in de nieuwsverspreiding. China, Syrië en Iran staan op dat gebied bovenaan het klassement, met respectievelijk 93, 162 en 38 gecensureerde websites. Maar zelfs in landen als Thailand en Turkije neemt het toezicht op en het straffen van 'tactloze' internetgebruikers toe. Ook worden websites als Youtube, Facebook of Twitter in diverse landen actief gefilterd of geblokkeerd. Optimisme om de lagere dodentallen onder journalisten en hun medewerkers is dus helaas nog niet op zijn plaats.