'Unicef mag tsunamigeld niet verantwoorden'

Unicef Nederland ontving in totaal 22 miljoen euro van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) om hulp te bieden na de tsunami op tweede Kerstdag 2004 in de getroffen landen. De organisatie kan nu niet bewijzen wat er met het geld is gebeurd en dat is precies een van de eisen om lid te mogen zijn van SHO; elke aangesloten organisatie moet transparant zijn.

"We hebben kunnen vaststellen welke bedragen naar Unicef International in New York zijn overgemaakt, maar daar blijft het bij. Unicef stuit op een veto van de hoogste autoriteit in de wereld, de Verenigde Naties", aldus Henk Koning, voorzitter van de Raad van Toezicht van SHO. De VN verbiedt aan haar verbonden organisaties om rapportages en accoutantsverklaringen aan derden te verstrekken.

De directeur van Unicef Nederland, Jan Boeke Wijbrandi, benadrukt dat het geld goed is besteed, maar hij kan hier geen bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van een accountantsverklaring, van overleggen. De positie van Unicef, als lid van SHO, staat nu openlijk ter discussie.