Breedbandsnelheid fors lager dan beloofd

Providers bieden lang niet altijd wat ze beloven. Gemiddeld is de werkelijke snelheid die een breedband-abonnee krijgt slechts 61 procent van de aangeboden snelheid.

Dat meldt Telecompaper na onderzoek door iPing. Uit het onderzoek blijkt dat de geleverde snelheid van breedbandverbindingen in de afgelopen twee jaar met 75 procent is gegroeid. Dat is voor een belangrijk deel te wijten aan de sterk gedaalde prijzen: een internetabonnement met een snelheid van bijvoorbeeld 20 megabit/seconde is nu vaak goedkoper dan 4 megabit twee jaar geleden.

De gemiddelde snelheid die een klant nu daadwerkelijk in huis heeft, is vijf megabit per seconde. Eind juni 2006 was dat nog 2,8 Mbit/s. Zestig procent van de abonnementen heeft een snelheid van minder dan 6 Megabit. Dat komt voor een deel door KPN, die met Het Net en Internet van KPN een aantal instap-paketten aanbiedt met lage bandbreedtes. Die lagere pakketten leveren wel een hogere 'performance ratio' op; klanten krijgen een snelheid die dichter in de buurt zit van de belofte.

Zo leveren de pakketten tot 1,5 Mbit een ratio van tachtig procent op, terwijl de toppaketten van meer dan 12 Megabit slechts een ratio van 50 procent halen. Providers geven altijd aan de snelheid een 'maximale snelheid' is, waar 'geen garanties op kunnen worden gegeven', maar de helft van de betaalde snelheid is toch fors. Bij het uploaden scoren de verbindingen overigens beter. Ook kabelinternet haalt een hogere score, die leveren gemiddeld meer dan zestig procent van de aangeboden snelheid.