Allochtone zwartrijder voelt zich benadeeld

Treinconducteurs zeggen allochtone zwartrijders niet anders te behandelen dan autochtone reizigers zonder kaartje. Toch stellen vooral jonge allochtone mannen dit wel zo te ervaren. Dat blijkt vandaag uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.

De onderzoekers bevroegen 280 NS-medewerkers en 5530 reizigers. Dat allochtone reizigers de werkwijze van de conducteurs als anders en minder gunstig ervaren, heeft volgens de onderzoekers mogelijk te maken met eerdere ervaringen met discriminatie en benadeeld zijn in de maatschappij.

Allochtone reizigers worden liever meer indirect en subtieler benaderd. Zo'n optreden kan mogelijk het ontstaan van problemen bij allochtone zwartrijders tegengaan, denken de onderzoekers.

Daarnaast geven allochtone reizigers aan expressiever te zijn, wat tot uiting komt in meer handgebaren en een grotere variatie in stemverheffingen. De onderzoekers melden dat conducteurs deze expressievere uitingsvormen onjuist kunnen interpreteren als uitingen van agitatie en irritatie. Dit kan weer leiden tot onnodige spanning tussen de reiziger en de conducteur.

Ook autochtone vrouwen hebben overigens een voorkeur voor een meer indirecte en subtielere aanpak. Dit kan voorkomen dat zij zich onnodig opgelaten voelen, stellen de onderzoekers, aangezien zij zich veel sneller ongemakkelijk voelen dan mannen als ze worden aangesproken op de geldigheid van hun vervoersbewijs. Volgens de onderzoekers nemen de Nederlandse Spoorwegen de resultaten van het onderzoek mee in de opleiding.

 


Allochtone zwartrijder voelt zich benadeeld(foto: DAG)