Leraar stoort zich aan regels over vergaderen

Leraren storen zich aan regels over de verplichte aanwezigheid bij vergaderingen, cursussen, studiedagen en werkgroepen. Bijna de helft van het personeel in het speciaal onderwijs vindt de regels vervelend. In het basis- en voortgezet onderwijs ligt dat percentage op ruim veertig procent en in het middelbaar beroepsonderwijs op bijna dertig. Dat is een van de uitkomsten van een onderzoek van het ministerie van Onderwijs.

Het ministerie liet een onderzoek uitvoeren naar de beleving van regeldruk in het onderwijs. Er werd gekeken naar irritaties bij docenten in basis-, voortgezet-, speciaal- en middelbaar beroepsonderwijs. De regels over het registreren van werktijden en de vastgestelde werktijden zijn 45 procent een doorn in het oog. In het speciaal onderwijs ligt dit percentage op 37. Het voorgezet onderwijs vindt vooral de 1040-urennorm een vervelende regel. Ruim 53 procent stoort zich aan het door het ministerie voorgeschreven minimum aantal lesuren dat jaarlijks moet worden gegeven.

De vergadercultuur in het onderwijs wordt ook gehekeld. Bijna een kwart van de docenten in het voortgezet onderwijs ergert zich aan de regels over de frequentie en duur van vergaderingen. In het speciaal onderwijs stoort ruim dertig procent zich hieraan.

Minister van Onderwijs Ronald Plasterk (PvdA) schrijft in een begeleide brief met de onderwijssectoren te gaan praten om te kijken hoe de irritatie 'daadwerkelijk' kan worden verminderd. "Daarbij wil ik afspraken maken over een gezamenlijke aanpak."