Inburgeringscursus mag opgelegd worden

Gemeenten mogen inburgeringsprogramma's verplicht gaan stellen. Dat is een van afspraken die minister van Integratie Ella Vogelaar (PvdA) heeft gemaakt met de vier grote steden om meer mensen die voor een cursus in aanmerking komen te bereiken. Na anderhalf jaar is in de steden gemiddeld slechts een op de vijf inburgeraars aan een cursus begonnen.

De bewindsvrouw heeft de taalaanbieders en de gemeenten aangeboden een derde van de miljoenenverliezen voor haar rekening te nemen. Vogelaar rekent erop dat het zogenoemde exploitatieverlies in totaal 45 miljoen euro zal bedragen.

Het gros van de gemeenten, waaronder de grote vier, is niet bereid eveneens een derde op te hoesten. De komende maanden wordt verder gewerkt aan aanvullende maatregelen, zowel op lokaal als op rijksniveau. Vogelaar belooft de Tweede Kamer volgende maand over de concrete invulling te informeren.

Het kabinet trok een week geleden al elf miljoen euro uit voor de 'participatiebonus' van Vogelaar. Het kabinet wil gemeenten stimuleren meer inburgeringsprogramma's te realiseren die het leren van de Nederlandse taal combineren met het opdoen van praktijkervaring.

De maatregelen treden naar verwachting komend voorjaar in werking. In de vier grote gemeenten woont de helft van alle potentiële inburgeraars in Nederland. Ook de steden hebben plannen gelanceerd om meer inburgeraars te bereiken. Zo gaan klaslokalen ook 's avonds en in het weekeinde open. Ook komen er campagnes om het imago van de inburgeringsprogramma's op te poetsen.

Amsterdam maakte begin vorige maand bekend dat zo'n 5500 mensen vorig jaar een inburgeringscursus volgden, terwijl tot nu toe werd uitgegaan van elfduizend. Ook dat aantal was overigens al minder dan gehoopt. In een 'worst case scenario' zou dat Amsterdam tientallen miljoenen euro's kunnen gaan kosten, rekende de gemeente voor. In krantenkoppen dook de term 'inburgerdrama' op.


  (foto: DAG)