Brief met bekentenis Groningse hiv-zaak

Een van de verdachten van de hiv-affaire in het Groninger homocircuit stelt in een brief dat hij een medeverdachte en minstens zes andere mannen opzettelijk heeft besmet. De politie vond de brief bij een huiszoeking.

Hans J. schrijft aan medeverdachte Peter M., die hij 'meester Peter' noemt: 'Ik, Hans, heb bewust mijn meester besmet en behalve hem ook nog anderen. De klootzakken hebben gekregen waar ze om vroegen. Yes!' Hij noemt de slachtoffers met naam. Dat zeggen betrouwbare bronnen rond het onderzoek.

De brief is een belangrijk bewijsstuk in de rechtszaak tegen Peter M., Wim D. en Hans J., die op 13 oktober begint.

De drie Groningers worden ervan verdacht op seksfeesten veertien mannen te hebben gedrogeerd, verkracht en geïnjecteerd met hun eigen hiv-besmette bloed. Het drietal wordt zware mishandeling ten laste gelegd.

De slachtoffers kunnen zich nauwelijks herinneren wat er op de party's is gebeurd. Na een drankje raakten ze totaal van de wereld. Toen ze hun hiv-besmetting ontdekten, legden ze niet meteen een verband met de party's. Organisator Peter M. had zich voor arts uitgegeven. Dat wekte vertrouwen.

Opzettelijke besmetting mét toestemming komt in de homoscene voor. Wie besmet is, hoeft dan niet meer bang te zijn voor onveilige seks. De slachtoffers in de Groninger zaak hadden geen toestemming gegeven.