Internationaal klassement universiteiten en hogescholen

De prestigieuze 'Ecole des Mines' in Parijs (Hogere School voor Mijnbouw) heeft deze week voor de tweede maal haar jaarlijkse internationale klassement voor universiteiten en hogescholen gepubliceerd.
Deze ranglijst is gebaseerd op de carrières van de topmanagers van de 500 grootste bedrijven ter wereld en vormt daarmee een interessante aanvulling op de klassiekere Universitaire Wereldranglijst van Shanghai die meer op wetenschappelijke prestaties is gericht.

De gouden medaille is dit jaar door de Universiteit van Tokyo in de wacht gesleept, waarmee zij de Amerikaanse universiteit Harvard (2e plaats) van de troon stoot. Daarop volgen nog een Amerikaanse en een Japanse universiteit.

Vijf Nederlandse opleidingen staan in de top 100, in tegenstelling tot slechts twee vorig jaar (Universiteiten van Leiden en Utrecht). De Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Utrecht staan ditmaal op een gedeelde 64e plaats; de Technische Universiteit Eindhoven en universiteiten van Groningen en Leiden op een gedeelde 89e plaats.

Ook vier Belgische universiteiten hebben de top 100 gehaald, met de Vrije Universiteit Brussel op een keurige 35e plaats.

Van de beroemde Franse elite-opleidingen zijn er vijf in de top 20 terug te vinden, waarbij de 'Ecole des Mines' zelf de rij sluit met een 20e plaats. De Franse universiteiten komen er minder briljant vanaf, met slechts drie instellingen in de top 100. De beste Franse universitaire opleiding ('Paris 9 Dauphine') staat op dezelfde rang als de twee hoogstgenoteerde Nederlandse Universiteiten: Rotterdam en Utrecht.

In de recente ranglijst van Shanghai 2008 daarentegen, duiken voor Nederland alleen de Universiteiten van Utrecht (47e) en Leiden (76e) in de top 100 op. 

Dit contrast in de resultaten onderlijnt het feit dat deze klassementen met name bruikbaar zijn wanneer men beide analyses naast elkaar legt. Wel komen andere vraagtekens opdoemen: als topmanagers of Nobelprijswinnaars 20, 30, 40 jaar geleden in de genoteerde onderwijsinstellingen gestudeerd hebben, in hoeverre zijn dergelijke ranglijsten dan nog actueel?