Politie Utrecht stort zich op Amsterdamse moord

Utrechtse rechercheurs gaan een onopgeloste moord op een Amsterdamse sportschoolhouder van begin jaren negentig onderzoeken. Dat maakte de politie Utrecht vandaag bekend. Een of meerdere getuigen van het misdrijf wonen in de regio Utrecht.

De zaak werd eerder door de Amsterdamse politie heropend op basis van 'nieuwe informatie'. Momenteel staan twee verdachten terecht voor de moord, maar de verdenking tegen hen is volgens de rechtbank zwak.

Sportschoolhouder Tonny van Maurik werd op 19 april 1993 doodgeschoten in zijn auto voor de deur van het toenmalige Altea Hotel op de Joan Muyskenweg in Amsterdam, bij de A2 richting Utrecht. Rond 21.30 uur werd de 37-jarige Van Maurik onder vuur genomen. Hij overleed een uur later in een ziekenhuis.

In de loop der jaren zijn diverse aanhoudingen verricht, maar tot het oplossen van de liquidatie heeft dat niet geleid. De verdachten zijn steeds weer vrijgelaten. Het tonen van twee compositietekeningen van de mogelijke daders in Opsporing Verzocht bracht destijds geen soelaas. Het televisieprogramma besteedt dinsdag opnieuw aandacht aan de zaak.

Het Utrechtse rechercheteam onderzoekt de moord onder aansturing van het Openbaar Ministerie in Amsterdam. Ook met de politie van Amsterdam zal nauw worden samengewerkt. De zaak-Van Maurik vormt onderdeel van het op stapel staande 'megaproces', waarin meerdere liquidaties in de Amsterdamse onderwereld worden behandeld.

Twee 39-jarige mannen staan momenteel terecht voor de moord. Eind vorige maand werden zij door de rechtbank in Amsterdam na ruim drie maanden cel op vrije voeten gesteld, onder meer vanwege de 'zwakke verdenking'. Freek S. en Nanpaul de B. zijn nog wel verdachten en worden eveneens vervolgd voor het bezit van ruim twee kilo semtex. In november staan de volgende voorbereidende zittingen op de agenda.