Aanklacht in Puttense moordzaak nog niet rond
De definitieve aanklacht tegen de 33-jarige verdachte van de Puttense moordzaak is nog niet rond. Dat liet het Openbaar Ministerie dinsdag weten tijdens een pro-formazitting in de zaak tegen Ronald P. Voorlopig spreekt justitie van verkrachting en doodslag van de Puttense Christel Ambrosius. Mogelijk wordt dit in een later stadium nog veranderd in verkrachting en moord.
P.'s advocaat liet dinsdag voor de rechtbank in Zutphen weten zich tot dusver niet voldoende in het dossier te hebben kunnen verdiepen. Justitie zou de advocaat hiertoe onvoldoende gelegenheid geven. Het OM ontkende dit dinsdag ten stelligste. De raadsman zei verder dat de verdachte naar eigen zeggen te hard is aangepakt tijdens verhoren. Hij vroeg daarom om de videobanden van het politieverhoor te bekijken.
De 33-jarige P. uit Delft werd op 20 mei aangehouden voor het verkrachten en doden van Christel Ambrosius. De 23-jarige stewardess werd op 9 januari 1994 dood aangetroffen in de woning van haar oma in de bossen van Putten. Twee mannen uit Putten hebben jarenlang ten onrechte vastgezeten voor haar verkrachting en dood. Na herziening door de Hoge Raad werden de twee veroordeelden in 2002 in hoger beroep vrijgesproken
P. woonde ten tijde van de moord ook in Putten. Hij kon worden aangehouden nadat het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) DNA dat op het lichaam van het slachtoffer was gevonden kon matchen met het DNA van P. Volgens de verdachte is dit te verklaren omdat hij een geheime relatie heeft gehad met het 23-jarige slachtoffer. P. die niet bij de pro-formazitting aanwezig was, ontkent het slachtoffer te hebben verkracht en gedood. Tijdens de zitting meldde het OM dinsdag dat het DNA van P. ook onder de nagels van Ambrosius is gevonden.
Het OM gelooft het verhaal van P. niet, omdat niemand heeft kunnen bevestigen dat hij een relatie heeft gehad met het 23-jarige slachtoffer. Ook wist P. niet wanneer Ambrosius jarig was.
Het NFI kon het genetisch materiaal van P. verkrijgen omdat vorig jaar een wetswijziging van kracht werd. Voor die wijziging konden verdachten niet worden gedwongen DNA af te staan. P. werd in 2005 veroordeeld wegens mishandeling van zijn toenmalige partner. Toen weigerde hij DNA af te staan. Het alsnog verkregen DNA leidde dit jaar tot een match in de DNA-bank, waarna P. werd aangehouden.
De rechtbank besloot dinsdag dat P. nog tot 21 november mag worden vastgehouden. Die dag komt de zaak opnieuw voor de rechter.
