Rechters: supersnelrecht lukt niet

Het supersnelrecht dat de Tweede Kamer wil, komt vooralsnog niet van de grond. Een periode van drie dagen blijkt te kort om alle papierwerk rond een verdachte zodanig op orde hebben dat de rechter de zaak kan afhandelen.

Dat hebben rechters in de regio's Rotterdam en Den Haag de afgelopen maanden in de praktijk ondervonden, zei een woordvoerder van de Raad voor de Rechtspraak vandaag in een reactie op berichtgeving in de GPD-kranten.

De Tweede-Kamerfracties vinden dat een zeer snelle afwikkeling van een strafzaak herhaling van strafbare feiten kan tegengaan. De discussie over vaker toepassen van snelrecht laaide begin dit jaar op door de vele incidenten tijdens de jaarwisseling. Hulpverleners werden belaagd en relschoppers richtten voor miljoenen euro's schade aan.

Het parlement en ook minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin vinden het wenselijk dat verdachten van dergelijke feiten ook 's avonds en in het weekeinde worden berecht.