Amnesty: mensenrechtensituatie China slechter

De situatie van de mensenrechten in China is in de aanloop naar de Olympische Spelen niet verbeterd maar eerder verslechterd. Het Chinese bewind is zijn toezeggingen om de rechten wel te verbeteren, niet nagekomen.

Dat stelt Amnesty International (AI) in het rapport China: Broken Promises. Morgenochtend, tien dagen voordat de Spelen in China beginnen, voert de mensenrechtenorganisatie actie voor de Chinese ambassade in Den Haag.

Ze eisen de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van vier Chinese verdedigers van de mensenrechten en vrijheid voor de moeders van het Plein van de Hemelse Vrede om onbelemmerd hun werk te doen, op dit plein werd in 1989 een studentenopstand bloedig neergeslagen.

Ter ondersteuning van het protest worden 166.000 ingezamelde handtekeningen aangeboden. Op vijf erepodia zullen 'levende standbeelden' staan die mensen uitbeelden die in China vastzitten vanwege vreedzame activiteiten.

In het rapport evalueert Amnesty de prestaties van het Chinese regime op vier gebieden: de vervolging van mensenrechtenactivisten, administratieve detentie, censuur en de doodstraf. Op al deze gebieden is volgens de organisatie sprake van een verslechtering. "Activisten worden onder huisarrest geplaatst, geïntimideerd en gearresteerd." Ze doelen op Shi Tao, Huang Jinqiu, Hu Jia (en zijn vrouw) en Chen Guangcheng.