Obama spreekt met soennitische leiders

Barack Obama heeft dinsdag gesproken met de leiders van soennitische stammen die de wapenen hebben opgenomen tegen Al-Qaida in Irak. De Amerikaanse presidentskandidaat voor de Democraten sprak met de stamleiders in Ramadi, in het westen van Irak.

Ramadi is de hoofdstad van de provincie Anbar, die vroeger werd gedomineerd door Al-Qaida in Irak. Maar plaatselijke sjeiks begonnen vorig jaar een offensief tegen de rebellen en veroverden een aantal bolwerken van Al-Qaida. Mede daardoor is het geweld in Irak sterk afgenomen ten opzichte van de afgelopen vier jaar.

Obama sprak onder andere met Ahmed Abu Risha, de broer van de soennitische leider Abdul-Sattar Abu Risha, die in september omkwam in de strijd tegen Al-Qaida in Irak.

Obama's bezoek aan Anbar was van groot symbolisch belang. In Anbar begon het verzet van de soennieten, maar het is ook de provincie waar de Verenigde Staten enkele van hun zwaarste verliezen leden, vooral in de strijd om Fallujah.

Het bezoek dat Obama maandag bracht aan Basra had een vergelijkbare symboolwaarde. Daar werd in maart onder leiding van het Iraakse leger succesvol strijd gevoerd tegen sjiitische rebellen.