IMF verhoogt groeiverwachting wereldeconomie

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) constateert dat de negatieve effecten van de kredietcrisis op de wereldeconomie kleiner zijn dan verwacht. Het stelt daarom zijn groeiverwachting voor 2008 bij naar 4,1 procent, van 3,7 procent in april. Vorig jaar groeide de wereldeconomie met 5 procent.

Desondanks ziet het IMF veel beren op de weg. Zo zullen de westerse economieën eerst nog verder afzwakken, voordat ze aan een langzaam herstel zullen beginnen. Bovendien is de impact van de kredietcrisis wel kleiner dan verwacht, maar is de crisis zelf nog zeker niet voorbij. Mogelijk het grootste risico is ten slotte de hoge inflatie, waar de hele wereld last van heeft. Het IMF verwacht niet dat de energie- en voedselprijzen fors zullen dalen.

Voor de Verenigde Staten wordt een economische groei voorspeld van 1,3 procent dit jaar en 0,8 procent in 2009. Voor de eurozone voorziet het IMF een groei van 1,7 procent (2008) en 1,2 procent (2009). Ook de opkomende economieën zullen wat afkoelen, maar voor veel landen blijven de verwachtingen hoog. Zo groeit de Chinese economie dit jaar én volgend jaar naar verwachting met 10 procent en in India zal de groei ongeveer 8 procent bedragen. De inflatie ligt in die landen dan ook wel een stuk hoger dan bij ons.

Woensdag werd bekend dat de consumentenprijzen in de Verenigde Staten in juni met 1,1 procent zijn gestegen ten opzichte van de maand ervoor. De inflatie bedroeg 5 procent op jaarbasis. De gemiddelde koopkracht van de Amerikaanse burger daalde in een jaar tijd met 2,4 procent. Veel Amerikanen menen echter dat de geldontwaarding nog veel harder gaat, dan wat via de huidige methode van inflatiemeting wordt beweerd.

Door de spanningen tussen Israël en Iran, de angst voor een afnemend aanbod van olie en de dalende dollar was de olieprijs in de afgelopen weken in opmars naar de 150 dollar per vat. Die opmars stokte deze week bij 147 dollar. Vandaag zakte de prijs voor het eerst in meer dan een maand tot onder de 130 dollar. Meevallende olievoorraden, de vrees voor een afnemende vraag en winstnemingen zorgden voor een duikeling van 11 procent in drie dagen.

De dalende olieprijs was een steun in de rug voor de aandelenbeurzen die, na een onrustige week waarin nieuwe bodems werden gevonden, konden herstellen. Nog belangrijker waren echter de positief ontvangen resultaten van een aantal Amerikaanse financiële instellingen, de sector waarin de huidige crisis begon. De toonaangevende Dow Jones-index wist meer dan 4 procent te winnen in de afgelopen twee dagen. In Amsterdam kon ook het geplaagde Fortis wat herstellen van de klappen die het had opgelopen in de voorgaande weken.