Speelzalen voelen zich bedreigd door kinderopvang

Peuterspeelzalen worden bedreigd door de kinderopvang. Dat zegt voorzitter van het Landelijk Platform Peuterspeelzalen Ton Biesta maandag in De Telegraaf.

Veel werkende ouders sturen hun kinderen volgens hem wel hele dagen naar de kinderopvang, maar voor hen zou het niet in te plannen zijn om de kinderen bij de op school voorbereidende peuterspeelzaal af te leveren.

De speelzalen willen wel langer open zijn, maar ze zijn volgens Biesta gebonden aan gemeentelijke regels. Vaak mogen de gesubsidieerde peuterspeelzalen niet langer dan 3,5 uur per dag open zijn.

De voorkeur van ouders zou ook meer naar de kinderopvang uitgaan door hogere werkgeversbijdrages. In twee jaar tijd is het aantal kinderen dat naar peuterspeelzalen gaat bij sommige zalen volgens Biesta teruggelopen met twintig procent. In 2005 telde Nederland 4250 peuterspeelzalen, maar dat zouden er inmiddels een stuk minder zijn door fusies en overnames. Ook hebben zalen door concurrentie van de kinderopvang de deuren moeten sluiten. Biesta noemt dat in de krant 'jammer'. "Want kinderopvang en peuterspeelzaal kunnen elkaar juist aanvullen."

De brancheorganisatie waar de speelzalen onder vallen, de MOgroep, relativeert de problemen. Manager Aly van Beek zegt in De Telegraaf dat peuterspeelzalen en kinderopvang langzaam naar elkaar toe moeten groeien. De peuterspeelzalen zouden een uitdaging moeten zien in kinderen met een achterstand. De speelzalen zouden dan een voorschool voor deze kinderen moeten worden.