Tbs-er voelt zich slachtoffer sekstherapie

De 30-jarige tbs'er M.V. (Verbruggen) voelt zich een proefkonijn in een experiment met zogeheten intimiteittraining. De Pompekliniek experimenteerde eind jaren negentig met een alternatieve behandeling, waarbij tbs'ers met medewerking van een begeleider seksuele handelingen verrichten.

Dat bleek vandaag tijdens een behandeling van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle. De man stemde in 1998 en 1999 in met de alternatieve behandelmethode omdat hij zich eenzaam voelde. "Ik heb in mijn behandeling nooit gevraagd om seks, ik had behoefte aan een relatie. In plaats daarvan werd ik uitgekozen als proefkonijn."

De tbs-patiënt, veroordeeld wegens seksueel misbruik van minderjarigen, verwijt de psychiater die toestemming gaf, dat hij moet hebben geweten dat er door een speciaal ingehuurde therapeute verboden seksuele handelingen werden verricht. Elke cliënt had tien tot twintig keer contact met haar. Ze lagen naakt en masturbeerden daarbij. Ook verwijt hij een gezondheidszorgpsycholoog dat ze destijds een foute diagnose heeft gesteld en dat de seksuele handelingen onder haar verantwoordelijkheid zijn gepleegd.

De kliniek stopte het experiment in 1999 na behandeling van circa zeven cliënten, mede omdat een van de tbs'ers opnieuw in de fout ging. "Ook voelde de therapeute die we hadden ingeschakeld zich te oud en veranderde het maatschappelijke politieke klimaat in Nederland", zei Jos Poelmann, destijds directeur van de Pompekliniek.

Poelmann verscheen vandaag als getuige in de zaak. "Er was in die tijd ook een kliniek die elke maand een busje prostituees liet voorrijden. Dat was bij ons absoluut niet aan de orde. Onze therapie was gericht op het voorkomen van recidive." Een tweede kliniek, waar het experiment ook werd toegepast, stopte volgens hem in de loop van 2005. Uit een wetenschappelijke publicatie van de hand van onder meer de gezondheidszorgpsycholoog blijkt dat Hoeve Boschoord te zijn.

De zaak is aanhangig gemaakt door de website Misbruik door Hulpverleners. "Het experiment is zonder wetenschappelijke basis en consensus in de beroepsgroep uitgevoerd", zei woordvoerster Tanja Zondervan. Volgens haar is de klacht nu pas ingediend omdat V. zich pas jaren later realiseerde wat hem is overkomen.

Volgens de verdediging staat niet de therapie, maar het handelen van beide deskundigen ter discussie. "Nergens blijkt uit dat de cliënt niet vrijwillig handelde. De strafbaarheid valt weg bij toestemming van de patiënt, anders zouden hulpverleners helemaal niets meer mogen", aldus de advocaat.

Het college doet omstreeks 28 augustus uitspraak.

Met dank aan Sneeuwbataljon voor de submit.