Kamer wil Roemenen en Bulgaren nog niet toelaten

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil de Nederlandse grens voorlopig dicht houden voor werknemers uit Bulgarije en Roemenië. Dat bleek woensdag tijdens overleg in de Tweede Kamer. Het kabinet was van plan de grenzen vanaf volgend jaar open te stellen voor werknemers uit Midden- en Oost-Europa. Dat is een gevolg van het vrij verkeer van werknemers binnen de EU.


Regeringspartijen CDA en PvdA sloten zich aan bij de SP, VVD en PVV, die al langer bedenkingen hebben bij de openstelling. Volgens de oppositiepartijen leidt het toelaten van buitenlandse werknemers tot verdringing van Nederlanders werknemers op de arbeidsmarkt.
CDA en PvdA hekelden vooral het slechte 'flankerende beleid' van het kabinet na het openstellen van de grenzen voor Poolse werknemers sinds mei vorig jaar. Daarna zijn volgens de partijen de arbeidsomstandigheden voor buitenlandse werknemers onvoldoende verbeterd. Ook hebben veel Polen te lijden onder slechte woonomstandigheden.
Bovendien beklagen bestuurders van grote steden zoals Rotterdam en Den Haag zich sinds begin dit jaar over de grote toeloop van Polen naar achterstandswijken. Die toeloop zou de leefbaarheid in die wijken bedreigen. "De wijken staan onder druk, daarom zijn we nu geen voorstander van het openstellen van de grenzen vanaf 1 januari", zei PvdA-Kamerlid Hans Spekman.
Ook het CDA ziet geen heil meer in het openen van de grenzen per januari. CDA-Kamerlid Eddy van Hijum verwees naar de Nederland omringende landen, die hun grenzen volgend jaar ook nog gesloten houden. Volgens hem is het echter onvermijdelijk dat de grenzen op enig moment opengaan voor Bulgaarse en Roemeense werknemers.

Minister van Sociale Zaken Piet Hein Donner (CDA) beslist in november definitief wanneer het zover is.