Nederland naar hoogste rechter om losgeld Erkel

Nederland stapt naar de hoogste rechter in Zwitserland om van Artsen zonder Grenzen het geld terug te krijgen dat is betaald om Arjan Erkel vrij te krijgen. Dat meldt een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken dinsdag. Artsen zonder Grenzen (AzG) spreekt van een 'verontrustende vasthoudendheid' om de zaak door te zetten.

Nederland heeft altijd volgehouden het geld te hebben voorgeschoten aan de organisatie. Erkel, die landencoördinator was voor AzG in Dagestan, werd op 12 augustus 2002 ontvoerd. Hij kwam na twintig maanden vrij, nadat een miljoen euro losgeld was betaald. Nederland betaalde naar eigen zeggen een voorschot, van 770 duizend euro. De overige 230 duizend euro had AzG in bewaring gegeven in een kluis van de Nederlandse ambassade in Moskou. Volgens AzG zijn nooit afspraken gemaakt over het betalen van een 'voorschot'.

Nederland heeft in Zwitserland al twee rechtszaken over de kwestie verloren. Het ministerie van Buitenlandse Zaken denkt nog altijd 'een goede zaak' te hebben, zegt de woordvoerder. Nederland hoopt dat het hoogste rechtsorgaan tot de conclusie komt dat het gerechtshof het recht op verkeerde wijze heeft toegepast. In dat geval wordt de zaak terugverwezen naar het hof. Toen het hof eind februari in het nadeel van Nederland oordeelde, verklaarde Buitenlandse Zaken al dat het arrest was gebaseerd op heel formele gronden.

Nederland zou de afspraak om het losgeld voor te schieten telefonisch hebben gemaakt met één AzG-medewerker. In de statuten van AzG zou echter staan dat een afspraak pas geldig is als deze wordt gemaakt met twee medewerkers. Nederland zou te allen tijde in de veronderstelling geweest zijn dat het losgeld als voorschot is betaald. De beslissing om een miljoen euro te betalen, zo stelt Buitenlandse Zaken, moest midden in de nacht en in kort tijdsbestek genomen worden.

AzG in Zwitserland laat weten dat de vastberaden handelswijze van de Nederlandse regering 'totaal in tegenspraak' is met haar publieke steun aan humanitair werk in conflictgebieden. "Het doet blijken van een verontrustende vasthoudendheid om deze zaak na vier lange jaren van gerechtelijke procedures voor te dragen aan de federale rechtbank,' zegt voorzitter Isabelle Ségui-Bitz.

Buitenlandse Zaken zegt de zaak door te zetten mede vanwege gevolgen voor eventuele toekomstige ontvoeringen, 'en onze dienstverlening en bemiddeling daarin'. Het ministerie benadrukt nooit met ontvoerders te onderhandelen en nooit losgeld te zullen betalen. Het huidige conflict met AzG is een 'zakelijk conflict', zegt de woordvoerder van het ministerie. "
Wij hebben bewondering voor organisaties als AzG, die onder moeilijke omstandigheden hun werk doen."

De eerste uitspraak in de zaak deed het kantongerecht in Genève op 15 mei vorig jaar. Nadat Nederland hoger beroep had aangetekend, oordeelde de burgerlijke rechtbank in dezelfde Zwitserse stad in februari eveneens in het nadeel van het ministerie. Wanneer het hoogste rechtsorgaan in Lausanne een oordeel velt, is nog niet bekend.