Reclasseringsmedewerkers zuchten onder druk

Ruim een op de drie werknemers van de reclassering overweegt ander werk te zoeken vanwege de hoge werkdruk. Een bijna twee keer zo groot deel (68 procent) vindt dat de kwaliteit lijdt onder de werkdruk en hoge productienormen. Dat meldt de SP dinsdag op basis van onderzoek samen met de Werkgroep Morgen Beter onder 242 reclasseringsmedewerkers.

In 2006 is de nadruk van de reclassering minder op het begeleiden van veroordeelden komen te liggen. Reclasseringsmedewerkers moeten sindsdien ook rechters adviseren en toezichthouden. Ook moet nu een productienorm worden gehaald, waardoor de nadruk is komen te liggen op declarabele activiteiten, stelt de SP in een rapport dat wordt aangeboden aan staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak (PvdA).

Een derde van de ondervraagden vindt dat reclasseringsmedewerkers te veel cliënten tegelijk moeten begeleiden. Bijna de helft zou meer tijd per cliënt willen hebben en driekwart zegt te veel achter de computer te zitten. Bijna de helft van de ondervraagden zegt dat het werk de laatste jaren minder leuk is geworden.

Volgens woordvoerder Joost Beets van de Werkgroep Morgen Beter, waarin op initiatief van de SP mensen uit de reclassering en het gevangeniswezen zijn verenigd, wordt met de wijziging van 2006 van mensenwerk productiewerk gemaakt. "De kwaliteit gaat hierdoor achteruit, net als het werkplezier. Wij zijn opgeleid om mensen te begeleiden, niet om de halve dag achter de computer te zitten."

SP-Kamerlid Krista van Velzen zegt geschrokken te zijn over de uitkomsten van het onderzoek. "Reclasseringswerkers geven aan dat ze door de huidige beleidsveranderingen hun werk niet meer naar eer en geweten kunnen uitvoeren. Het is hoog tijd om de bezuinigingen terug te draaien en de reclasseringswerker weer de ruimte te geven."