Asielpeuter loopt fors grotere kans op verdrinking

Kinderen van asielzoekers uit niet-westerse landen lopen vier tot acht keer meer kans om te verdrinken dan Nederlandse kinderen. De peuters komen vaak uit recent gearriveerde asielgezinnen uit droge landen als Irak, Iran en Afghanistan. Voor jongens van 2 tot 4 jaar uit deze groep is verdrinking de meest voorkomende doodsoorzaak. Dat schrijven onderzoekers in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, dat zaterdag verschijnt.

De onderzoekers noemen de cijfers 'zorgwekkend'. Zij pleiten voor tijdige voorlichting aan gezinnen met jonge kinderen die zich in Nederland vestigen.

In de tien jaar tussen 1996 en 2005 verdronken in Nederland 2763 mensen. Onder hen waren 266 kinderen tot 10 jaar, van wie de helft jonger dan 3 was. Onder de slachtoffers waren 183 jongens. Het verdrinkingsrisico van jonge kinderen is sinds 1996 overigens wel met een derde verminderd.

Van de verdronken kinderen hadden er 41 een niet-westerse afkomst. De onderzoekers sluiten niet uit dat het er nog meer zijn geweest, omdat veel asielzoekers illegaal zijn of nog niet staan geregistreerd.

Surinaamse, Turkse en Marokkaanse kinderen liepen drie tot vier keer meer kans te verdrinken dan autochtonen. Het verdrinkingscijfer van Marokkaanse kinderen is de afgelopen jaren het sterkst gedaald. Mogelijk zijn ze hun zwemachterstand aan het inhalen.