Aantal plant- en diersoorten blijft dalen

Uit de gisteren gepubliceerde Living Planet Index (LPI) blijkt dat het aantal dier- en plantsoorten tussen 1970 en 2005 met meer dan een kwart is afgenomen. De biodiversiteit is de afgelopen tien jaar het sterkst afgenomen in de tropische gebieden en de zeeën ten zuiden van de evenaar.

De LPI is een internationaal erkende index, die de gemiddelde ontwikkeling van 4.000 populaties van 1.500 gewervelde diersoorten bijhoudt. Voorbeelden van diersoorten die de afgelopen decennia sterk zijn afgenomen zijn de Siberische tijger, de zwaardvis in de Atlantische Oceaan en de rivierdolfijn in China. De cijfers van de nieuwste LPI tonen aan dat de afspraken die zes jaar geleden zijn gemaakt tijdens een conventie over biodiversiteit niet worden gehaald. Er is toen afgesproken dat de afname van het aantal plant- en diersoorten in 2010 aanzienlijk moet zijn verminderd.

Volgens het Wereld Natuur Fonds moet de schuld voor de sterke daling bij de mensen gezocht worden. Direct en indirect wordt er te veel van onze planeet gevraagd. De gevolgen van het menselijk handelen zijn onder andere het verdwijnen of veranderen van leefgebieden van dieren en planten. Verder moet gedacht worden aan overbevissing, vervuiling en verspreiding van flora en fauna naar delen van de wereld waar ze niet thuishoren, maar wel de overhand krijgen en zo de inheemse soorten verdringen.

Vanaf aanstaande maandag vindt de Internationale Biodiversiteitsconventie plaats in Bonn. Het WNF zal zich tijdens de conventie sterk maken voor het instellen van meer beschermde gebieden op aarde, die beter beheerd worden. Ontbossing moet in de tropen worden bestreden en de internationale samenwerking moet verbeteren.