Raad van State 'frustreert' rechters

Veel rechters die vreemdelingenzaken behandelen, voelen zich gefrustreerd door uitspraken van de Raad van State, het hoogste rechtscollege in vreemdelingenzaken. Dat stelde hoogleraar rechtssociologie Kees Groenendijk.

Groenendijk gaf gisteren een college wegens zijn afscheid van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Groenendijk deed de afgelopen 25 jaar onderzoek naar de rechtspositie van migranten. Samen met zijn opvolgster Ashley Terlouw ondervroeg hij voor dit onderzoek 24 vreemdelingenrechters. Verreweg de meesten van hen lieten zich negatief uit over de beslissingen van de Raad van State, die sinds 2001 zaken van vreemdelingen in hoger beroep behandelt. De rechters gaven aan dat het probleem niet zozeer zit in de vreemdelingenwet zelf, maar in de interpretatie daarvan door de Raad van State.

Daardoor hebben rechters te weinig mogelijkheden om een beslissing op een asielverzoek inhoudelijk te behandelen. De ondervraagde rechters vinden dat 'uitermate zorgwekkend' en 'demotiverend', aldus Groenendijk en Terlouw. Sommige rechters zeiden in gewetensnood te zijn gekomen door uitspraken van de Raad van State.

Volgens de gegevens van Groenendijk behandelde de Raad van State in de periode 2001-2006 slechts 4 procent van de hoger-beroepszaken van vreemdelingen op een zitting. De rest, meer dan 95 procent, werd afgedaan op basis van het dossier, zonder dat de betreffende vreemdeling of diens advocaat werd gehoord. Ter vergelijking stelt Groenendijk: in andere beroepszaken behandelt de Raad van State 86 procent wel ter zitting.