Ziekte van Lyme in opmars door warmer weer

De opwarming van de aarde leidt in Nederland tot een toename van de ziekte van Lyme, die door een teek wordt overgedragen. Ook de tropische ziekte knokkelkoorts zou in ons land voor kunnen komen. Dat schrijven onderzoekers in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, dat zaterdag verschijnt.

Klimaatveranderingen kunnen volgens de onderzoekers leiden tot een toename van al in Nederland aanwezige ziekten. "Tegelijkertijd schuiven ziekten uit Zuid-Europa langzaam op naar het noorden."

De teek die de ziekte van Lyme verspreidt, gedijt goed bij het warmere weer in Europa. De temperatuur in de winter is hoger, de lente begint eerder en de herfst loopt langer door. Vooral in bosrijke gebieden komen meer teken voor, waardoor ook het aantal besmettingen stijgt.

De ziekte van Lyme begint met een rood plekje op de huid. Binnen enkele weken kunnen klachten voorkomen als vermoeidheid, vergeetachtigheid en gewrichts- en spierpijn. Wie de ontsteking niet laat behandelen, kan last krijgen van het zenuwstelsel, huidaandoeningen of hartritmestoornissen. In 2005 werden zeventienduizend mensen besmet met de ziekte van Lyme, blijkt uit de laatste gegevens van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Een uit China afkomstige mug die knokkelkoorts verspreidt, zou zich volgens de onderzoekers wel eens permanent in Nederland kunnen vestigen. De mug is Nederland binnengekomen via de plant 'lucky bamboo', uit Zuidoost-China. Knokkelkoorts kan hoge koorts met bloedingen veroorzaken. De onderzoekers roepen artsen op alert te zijn op de verschijnselen.