Rijke landen geven minder ontwikkelingshulp

Ontwikkelingslanden hebben het afgelopen jaar minder steun gekregen van rijke landen dan in het jaar daarvoor. De meeste donoren halen de door de VN en EU gestelde norm voor ontwikkelingshulp bij lange na niet.

Dat blijkt uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de OESO, die vandaag zijn gepubliceerd.

In totaal gaven de 22 landen die lid zijn van het comité voor Ontwikkelingshulp van de OESO, de grootste donorlanden, 103,6 miljard dollar aan ontwikkelingshulp. Dat is ruim 8 procent minder dan in het jaar daarvoor en komt neer op 0,28 procent van het gezamenlijk bruto inkomen (bni) van de OESO-landen. Nederland geeft als een van de weinige landen 0,81 procent van het bni uit.

Ook de landen van de Europese Unie blijven achter bij de norm van 0,7 procent die eerder als streefgetal door de EU is vastgesteld. De meeste EU-landen blijven steken onder de 0,5 procent. Griekenland presteert het laagst met 0,16 procent van het bni. Binnen de Europese Unie komen behalve Nederland alleen nog Denemarken, Zweden en Luxemburg uit boven de norm van 0,7 procent.