'AIVD heeft Mohammed B. onderschat'

De inlichtingendienst AIVD heeft in 2004 te weinig aandacht besteed aan Mohammed B.. De veiligheidsdienst onderschatte de ''belangrijke rol en de gewelddadige uitstraling'' van de moordenaar van cineast Theo van Gogh.

Dat blijkt uit een onderzoek naar de rol van de AIVD rond de moord op Van Gogh. De toezichthouder op de veiligheidsdiensten concludeert daarin tevens dat meer aandacht voor Mohammed B. niet zou hebben geleid tot het beeld dat hij een aanslag voorbereidde.

Minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) heeft het onderzoek naar de AIVD vandaag aan het parlement gegeven. De bewindsvrouw onderschrijft bijna alle kritiekpunten die uit het onderzoek naar boven komen.

Alleen de kanttekening dat de veiligheidsdienst had moeten weten dat Mohammed B. onder een schuilnaam geweldsverheerlijkende teksten schreef, beoordeelt de minister anders. Volgens haar zou die wetenschap geen aanwijzingen hebben opgeleverd dat hij van plan was om Van Gogh te vermoorden. Mohammed B. voerde de moordaanslag op 2 november 2004 uit aan de Linneausstraat in Amsterdam.

De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft na aandringen van de Tweede Kamer gekeken naar de gang van zaken rond de moord. Het parlement had een onafhankelijk onderzoek gevraagd, omdat het een eigen evaluatie van de departementen Binnenlandse Zaken en Justitie kritiekloos vond.