'Zwarte vmbo-scholen blijven zwart'

Vmbo-scholen in de grote steden zullen nog jaren zwart zijn en gemeenten hebben zich erbij neergelegd. Dat schrijft dagblad Trouw vandaag op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en gesprekken met de onderwijswethouders van de vier grote steden. Volgens de wethouders is de scheiding tussen zwart en wit 'een gegeven'.

Het CBS wijst erop dat een kwart van de middelbare scholen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zwart is. Op deze scholen zijn acht op de tien leerlingen van niet-westerse afkomst. De zwarte scholen zijn vooral vmbo-scholen, omdat de meeste allochtonen op deze scholen terechtkomen. Het vmbo is zwart, havo-vwo wit, schrijft de krant.

De wethouders geven aan dat gemengde scholen het ideaal blijven, maar er is tegelijkertijd nauwelijks beleid om het vmbo meer gemengd te krijgen. De wethouders in Rotterdam en Den Haag, Leonard Geluk (CDA) en Sander Dekker (VVD) willen de 'zwart-wit discussie' achter zich laten. De zondag opgestapte wethouder van onderwijs in Amsterdam Hennah Buyne (PvdA) zegt dat kinderen het best geholpen worden door ze de mogelijkheid te bieden een goed diploma te halen. "Of hun school wit of zwart is, is minder belangrijk."

De grote steden willen hun aandacht richten op die vmbo-scholen waar leerachterstanden, armoede en integratieproblemen het meest spelen. Ook verwachten de steden veel van voorschoolse educatie, om taalachterstanden vroegtijdig weg te werken. Maandagmiddag ondertekenen de wethouders van de vier grote steden afspraken met staatssecretaris van Onderwijs Sharon Dijksma (PvdA) over uitbreiding hiervan. Volgens wethouder in Utrecht Rinda den Besten (PvdA) is het 'een zaak van de lange adem'. In de Domstad wordt geprobeerd de 'witte vlucht' naar scholen buiten de stad te stoppen, maar tot nu toe zonder veel resultaat, weet Trouw.

In Amsterdam is het aandeel zwarte scholen in vier jaar tijd gestegen van 24 tot 33 procent. Een oorzaak heeft de gemeente niet. In Den Haag is het aandeel zwarte scholen in vier jaar tijd gedaald van 26 naar 16 procent. Volgens wethouder Dekker is dit echter 'grotendeels vanzelf' gegaan. "Allochtone ouders die zich emanciperen sturen hun kinderen vaker naar een gemengde school buiten hun eigen buurt."