'OM hield informatie over dood Ondieper achter'

De Rijksrecherche was niet vanaf het eerste begin betrokken bij het onderzoek naar de dood van Ondieper Rinie Mulder. Nadat hij vorig jaar door een Utrechtse agent werd doodgeschoten, deed de Utrechtse recherche de eerste uren onderzoek, schrijft het AD donderdag op basis van vertrouwelijke stukken. Het Openbaar Ministerie meldde eerder dat de Rijksrecherche vanaf het begin bij het onderzoek betrokken was geweest.

De krant concludeert dat justitie belangrijke informatie heeft verzwegen. Het OM maakte medio vorige maand bekend dat de Rijksrecherche in het belang van de objectiviteit vanaf het begin bij het onderzoek betrokken was. Uit de stukken die de krant heeft ingezien zou het tegendeel blijken.

De hoofdofficier van justitie had rond 21.30 uur contact met de Rijksrecherche. Dat was een half uur na het schietincident. Rechercheurs waren echter pas om 23.30 uur ter plaatse, schrijft het dagblad. In de tussentijd zouden Utrechtse rechercheurs onderzoekshandelingen hebben verricht, waarbij foto's zijn gemaakt en een tent over de plaats van het incident werd gezet.

Het OM verzweeg volgens de krant ook dat er naast de twee agenten nog een derde getuige was. Een 11-jarig meisje, dat wakker was geworden van de herrie op straat, zou hebben verklaard hoe de agent het wapen met twee handen vasthad. Mulder zou geen mes hebben vastgehouden. Justitie heeft de belastende verklaring weinig waarde meegegeven omdat deze elementen bevatte die het meisje niet kan hebben waargenomen.

Het OM stelt in het AD dat de aanwezigheid van de Utrechtse rechercheurs de objectiviteit van het onderzoek niet heeft aangetast.

De 54-jarige Mulder werd in maart vorig jaar doodgeschoten in de Utrechtse wijk Ondiep. Een motoragent schoot op Mulder omdat die met een mes op hem zou zijn afgelopen. Het OM besloot vorige maand de agent niet te vervolgen. Hij zou uit noodweer hebben gehandeld. De nabestaanden van Mulder gaan in beroep.