Nederlander wordt uitgeleverd aan Polen

De rechtbank in Amsterdam heeft gisteren bepaald dat confectiefabrikant Robert Hörchner uit het Brabantse Sint Michielsgestel mag worden uitgeleverd aan Polen. Het Oost-Europese land verdenkt de Brabander ervan in 2000 een wietplantage te hebben opgezet. Volgens de Polen was Hörchner indertijd aanwezig was bij het afsluiten van een huurcontract voor de grote hal waarin later de plantage werd ontdekt. Polen deed al in 2001 een rechtshulp- en in 2004 een uitleveringsverzoek aan Nederland maar tot voor kort gebeurde daar niks mee.

De 55-jarige Nederlander ontkent iedere betrokkenheid en zegt bewijzen te hebben dat hij ten tijde van het tekenen van het huurcontract in Nederland verbleef. De Amsterdamse rechtbank vindt echter dat Hörchner maar in Polen zijn onschuld moet bewijzen. Hij werd gisteren meteen opgesloten in een huis van bewaring in afwachting van de uitlevering.

Hörchners raadsman, de bekende strafpleiter mr. Cees Korvinus, spreekt vandaag in De Telegraaf van een ''absoluut unieke'' uitspraak omdat de rechtbank die het vonnis uitsprak van totaal andere samenstelling was dan ruim een maand geleden toen de zaak diende. Verder zegt hij dat zijn cliënt door de rechtbank ''willens en wetens wordt uitgeleverd aan een rechtssysteem dat vorig jaar 106 keer werd veroordeeld door het Europese Hof, terwijl men weet dat hij onschuldig is.''

Volgens Korvinus oordeelt de rechtbank simpelweg op grond van het feit dat Polen lid is van de Europese Unie en dat men er daarom vanuit moet gaan dat Hörchner daar een eerlijk proces zal krijgen. ''Deze uitspraak is dus absoluut uniek en toont aan dat Nederlanders in hun eigen land geen enkele rechtsbescherming meer hebben als ze van over de grenzen worden aangeklaagd'', aldus de advocaat.

In Polen staat maximaal 15 jaar cel op het produceren van drugs.

In Nederland werden Hörchner en zijn vrouw eerder al eens vervolgd voor grootschalige xtc-productie en -handel. Dat leidde uiteindelijk tot vrijspraak. De media besteedden daar indertijd veel aandacht aan, onder meer Peter R. De Vries.