Einde aan Amsterdamse hasjcafés

De hasjcafés in Amsterdam mogen vanaf zondag definitief geen softdrugs meer verkopen in combinatie met alcohol. Een lobby van burgemeester Job Cohen van Amsterdam bij minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie om de combinatie toch toe te staan, is niet gelukt.

In een brief laat hij Cohen weten dat hij geen aanleiding ziet van de landelijke richtlijn af te wijken, zo bleek vrijdag.

Amsterdam is tot nu toe nog de enige gemeente in Nederland waar hasjcafés nog bestaan. Het nieuwe kabinet heeft het besluit uit 2003 overgenomen, waarin stond dat het verstrekken van de combinatie van alcohol en softdrugs per 1 april van dit jaar verleden tijd moest zijn. In de afgelopen drie jaar werden de hasjcafés nog wel gedoogd.

Cohen verzocht de minister begin deze maand, gesteund door een meerderheid van de gemeenteraad, om toch de verkoop van zwakalcoholhoudende dranken toe te staan. Hirsch Ballin bleek echter niet gevoelig voor zijn argumenten en houdt vast aan het beleid van zijn voorganger. Momenteel bevinden zich nog 44 hasjcafés in de hoofdstad. Bijna alle eigenaren hebben aangegeven dat ze doorgaan als coffeeshop. Vier willen als café verder.

De gemeente hanteerde sinds 1996 al een uitsterfbeleid voor hasjcafés. Dit leidde echter niet tot voldoende afname. Zo waren er in 1995 nog honderd en in 2003 telde de hoofdstad nog zestig van dit soort horecagelegenheden.